Plan: | Windenergie A16 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipWindenergieA16-va01 |
Betrokkenheid lokale stichtingen
In iedere gemeente is een stichting opgericht die ervoor zorgt dat de opbrengsten van de windmolens goed worden besteed. In overleg met inwoners, belangengroepen en ondernemers stellen zij daarvoor een programma op. Voorbeelden van mogelijke initiatieven zijn een lagere energierekening voor omwonenden, projecten voor woningisolatie of zonnepanelen, voorzieningen voor elektrische deelauto's in de buurt of het verlagen van energielasten (en daarmee de contributie) van sportverenigingen, met bijvoorbeeld ledverlichting of zonnepanelen. Ook bij de financiering van de dorpsmolen kunnen inwoners meedoen. Zij kunnen bijvoorbeeld participeren in een windmolen door obligaties te kopen.
Provincie regelt enkel dat maatschappelijke participatie is verzekerd: gemeenten en lokale stichtingen voeren uit
Van belang is dat is afgesproken dat de provincie Noord-Brabant in het kader van dit inpassingsplan (het ruimtelijk plan dat de nieuwe windturbines mogelijk maakt) enkel zorg draagt dat de betreffende ontwikkelaars zich committeren aan de eis dat meerwaardecreatie plaatsvindt, zoals dat is afgesproken in de Green Deal die ook door alle ontwikkelaars is ondertekend op 20 april 2017. Hierdoor ontstaat voor alle ontwikkelaars een gelijk speelveld en is voor alle betrokken (burgers, gemeenten en ontwikkelaars) op voorhand duidelijk aan welke eis voldaan moet worden.
De wijze waarop de meerwaardecreatie binnen een gemeente vorm wordt gegeven en de uitvoering ervan is verder aan de betrokken gemeente, de betreffende ontwikkelaar en lokale stichting. De provincie heeft hierin geen rol. Dat is ook vastgelegd in de Green Deal. Afgesproken is dat een ambtelijke uitvoeringinstantie in het leven geroepen wordt om de gemeenten en de lokale stichtingen bij te staan bij de verdere uitwerking en besteding van de ontvangen bijdragen van de ontwikkelaars.
Mogelijkheid 1: 25% van het windpark in eigendom en beheer aan een lokale stichting
De eerste mogelijkheid is dat tussen de betreffende ontwikkelaar en een van de lokale stichtingen die zijn opgericht een fysieke eigendomsoverdracht plaatsvindt. De ontwikkelaar draagt een kwart van zijn nieuwe windturbines over aan de lokale stichting die vervolgens voor eigen rekening en risico de exploitatie van deze windturbines op zich neemt. Concreet houdt dat in dat van elke vier nieuwe windturbines in het windproject, één windturbine aan een lokale stichting wordt overgedragen. De lokale stichting heeft dan de mogelijkheid om bijvoorbeeld via crowdfunding (in de vorm van een obligatielening) de burgers te betrekken en financieel mee te laten profiteren van de komst van het windpark in de A16-zone. Ook kunnen de burgers (al dan niet via de zogenaamde postcoderoosregeling) direct duurzame energie afnemen van het nieuwe windpark. Dit is het concept van de dorpsmolen.
Mogelijkheid 2: vorming energiefonds dat beheerd en gebruikt wordt door lokale stichting
Een andere mogelijkheid is dat de ontwikkelaar zijn 25%-bijdrage voldoet in de vorm van een geldelijke bijdrage waarmee een energiefonds wordt opgericht (fondsvorming). Het gaat dan om een fonds dat wordt gevoed door een jaarlijkse bijdrage uit de exploitatieopbrengst van het windpark dat de ontwikkelaar binnen de A16-zone mag realiseren. Dit fonds wordt opgericht en beheerd door de lokale stichting die hiermee energiebesparende maatregelen bij burgers thuis en andere vormen van energieprojecten kan realiseren binnen de lokale gemeenschap.
Mogelijkheid 3: financiële deelneming à 25% in nieuwe windturbineopstelling door lokale stichting
Tot slot bestaat de mogelijkheid dat de lokale stichting voor 25% deel gaat nemen in het nieuwe windpark. In dat geval zal de ontwikkelaar 25% van het aandelenbezit in de nieuwe windturbineopstelling overdragen aan de lokale stichting. Met de dividendopbrengsten kan de lokale stichting dan een energiefonds oprichten (fondsvorming, net zoals mogelijkheid 2). Met de bestedingen uit het fonds wordt dan hetzelfde bereikt als in mogelijkheid 2.
Het verschil met de tweede mogelijkheid is dat in dit geval sprake is van (verplichte) eigendomsoverdracht van het aandelenbezit alvorens de ontwikkelaar de bestemming toegewezen krijgt (en omgevingsvergunning kan krijgen) voor het bouwen van nieuwe windturbines binnen de A16-zone.