Plan: | Opwaardering Maaslijn, Noord-Brabant |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipMaaslijn-va01 |
Het inpassingsplan 'Opwaardering Maaslijn, Noord-Brabant' met identificatienummer NL.IMRO.9930.ipMaaslijn- va01 van de provincie Noord-Brabant.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een uit grond bestaande constructie waarop het ballastbed ligt.
Een afwijking van het inpassingsplan als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo juncto art. 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, van de Wabo.
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen.
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie.
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
De laag bestaande uit steenslag, gebroken grind, grind of een combinatie van deze materialen, waarin de dwarsliggers met spoorstaven liggen.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
De hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder.
Gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Constructie zoals een viaduct, onderdoorgang, brug, tunnel, duiker of een faunavoorziening ten behoeve van de kruising met infrastructuur;
Een object als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de bestaande bebouwing.
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving van de bestemming.
Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten.
Een gebouw met daarin een elektrische installatie waarmee de hoogspanning van het landelijke elektriciteitsnet getransformeerd wordt naar een lagere spanning ten behoeve van de stroomvoorziening via de bovenleidingen.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk ten behoeve van het in- en uitstappen van reizigers.
Alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers kunnen in- en uitstappen, alsmede wachtruimten, perronoverkappingen en voorzieningen voor service en verkoop, zoals een kiosk.
Het realiseren van spoorverdubbelingen zoals weergegeven in onderstaande tabel, alsmede het elektrificeren van de spoorverbinding tussen Nijmegen, Venlo en Roermond.
Locatie spoorverdubbeling | Kilometrering |
Cuijk: Galberg – Beerseweg | 29.4 – 31.0 |
Boxmeer: Floralaan – Spoorstraat | 40.4 – 41.2 |
Venray: Stationsgebied - Roland | 55.7 - 60.7 |
Reuver – Swalmen | 57.9 – 52.3 |
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Verkeersweg met rails waarop in treinen personen of goederen vervoerd worden;
Ten behoeve van de spoorlijn noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder aardebanen, spoorstaven, dwarsliggers, ballastbed, bovenleidingen met draagconstructies, kunstwerken, geluidsschermen, afwateringssloten, paden ten behoeve van onderhoud en bereikbaarheid voor hulpdiensten alsmede elektronische systemen voor onder andere energievoorzieningen, beveiliging en telecommunicatie en open terreinen zoals wegen, voetpaden, watergangen en waterkeringen, bermen en groenvoorzieningen en overige verhardingen alsmede de spoorlijn kruisende wegen en waterlopen;
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
Alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
Vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Gemeten en weergegeven ten opzichte van de bovenkant van de spoorstaaf.
Vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van het kunstwerk waarbij op het kunstwerk aangebrachte voorzieningen zoals geluidschermen, draagconstructies voor de bovenleiding, luchtkokers, antennes, hekwerken en daarmee vergelijkbare constructies buiten beschouwing blijven.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Verkeer-Railverkeer' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor de volgende trillingsmaatregelen:
Cluster | Mogelijk doelmatige maatregelen | Lengte [m] | Km van | Km tot |
5 - Katwijk Mariagaarde | Under sleeper pads | 296 | 28.410 | 28.704 |
6 - Cuijk noord | Under sleeper pads | 562 | 29.350 | 29.718 |
7 - Cuijk Kruisdistel | Under sleeper pads | 633 | 29.825 | 30.143 |
8 - Cuijk centrum | Under sleeper pads | 3370 | 30.623 | 32.616 |
9 - Cuijk Wezelhof | Under sleeper pads | 350 | 32.738 | 33.090 |
14 - Beugen Molenhei 12-14 | Under sleeper pads | 185 | 37.969 | 38.153 |
17 - Beugen Het Ven | Under sleeper pads | 227 | 39.189 | 39.416 |
De voor 'Verkeer-Railverkeer' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor de volgende geluidsmaatregelen:
Maatregel | Locatie | Km van | Km tot | Lengte | Sporen |
Raildempers | Cuijk | 30.65 | 30.70 | 50 meter | Enkel westelijk spoor |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Onverminderd het huidige gebruik, is het gebruik van de bestemming Verkeer-Railverkeer ten behoeve van het 'Project Maaslijn' uitsluitend toegestaan nadat de trillingsmaatregelen, zoals opgenomen in artikel 3.2.1, zijn gerealiseerd.
Onverminderd het gebruik ten tijde van vaststelling van het plan, is het gebruik van de bestemming Verkeer-Railverkeer ten behoeve van het 'Project Maaslijn' uitsluitend toegestaan nadat de geluidsmaatregelen, zoals opgenomen in artikel 3.2.2, zijn gerealiseerd.
De voor 'Verkeer - Voorlopig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer-Voorlopig' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
De bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 10 meter.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 10 m.
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van dit inpassingsplan.
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 5.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van hoogspanningsverbindingen met bijbehorende belemmeringenzone.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor aanleg, instandhouding en Bescherming van een hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding':
Het verbod van artikel 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wordt alleen verleend als:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van rioolpersleidingen.
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming waarbij de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m mag bedragen.
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool':
Het verbod van artikel 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wordt alleen verleend als:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van water(pers)leidingen.
Op de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming waarbij de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m mag bedragen.
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Water':
Het verbod van artikel 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt alleen verleend als:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen geldt dat op en in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden geen bouwwerken zijn toegestaan.
Het bepaalde in 9.2.1 is niet van toepassing op bouwwerken:
Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van het bepaalde in 9.2.1 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd tot 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 10.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de afvoer en doorstroming van water.
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, in aanvulling op het bepaalde in de ter plaatse geldende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming c.q. instandhouding van de geluidsruimte van het industrieterrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - lawaaisporten', mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige objecten worden opgericht.
Bij omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders kan worden afgeweken van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - aardkundig waardevol gebied' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de aardkundige waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ´overige zone - aardkundig waardevol gebied´ is het verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden die:
Het verlenen van de omgevingsvergunning is alleen toelaatbaar, onder voorwaarde dat door de werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, of door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de aardkundige waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast of de mogelijkheden tot herstel van genoemde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De op de verbeelding als "overige zone - Cultuurhistorisch waardevol gebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de op de verbeelding aangegeven onderliggende bestemming worden gebouwd met in acht name van aanwezige cultuurhistorische waarden.
Het bevoegd gezag kan voor de bouw van bouwwerken bij afwijking van de bouwregels of bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid ten dienste van de op de verbeelding aangegeven onderliggende bestemming eisen dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - dassencorridor' is het buiten het bouwvlak niet toegestaan hekwerken en rasters te bouwen of aan te brengen die de doorgang van dassen beperken.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - radarverstoringsgebied' geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte hogere dan 65 m boven NAP.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - zoekgebied behoud en herstel watersystemen' zijn de gronden tevens bestemd voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
In afwijking van het bepaalde in de ter plaatse geldende bestemmingen, mogen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het vorige lid onder voorwaarde dat:
Bij omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders kan worden afgeweken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.1 kan slechts worden verleend, mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan 'Opwaardering Maaslijn, Noord-Brabant'.