In deze wijzigingsverordening wordt verstaan onder:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.IOVwijzkaartHBGOB1-on01, met de bijbehorende regels.
De geometrie die deel uitmaakt van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijzigingsverordening:
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Bernheze | Etten-Leur | Land van Cuijk | ||
Altena | Bladel | Heeze-Leende | Oirschot | ||
Baarle-Nassau | Cranendonck | Heusden |
Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Bernheze | Etten-Leur | Land van Cuijk | ||
Altena | Bladel | Heeze-Leende | Oirschot | ||
Baarle-Nassau | Cranendonck | Heusden |
Een deel van de begrenzing van de 'Groenblauwe mantel' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Bernheze | Heeze-Leende | ||||
Bladel | Heusden | ||||
Cranendonck | Land van Cuijk | ||||
Etten-Leur | Oirschot |
Een deel van de begrenzing van de 'Gemengd landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | |||||
Altena | |||||
Baarle-Nassau | |||||
Land van Cuijk |
Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | |||||
Altena | |||||
Baarle-Nassau | |||||
Etten-Leur | |||||
Land van Cuijk | |||||
ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van de 'Attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Land van Cuijk | ||||
Altena | |||||
Baarle-Nassau | |||||
Bernheze | |||||
Etten-Leur | |||||
Heusden |
Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Land van Cuijk | ||||
Altena | |||||
Baarle-Nassau | |||||
Bernheze | |||||
Etten-Leur | |||||
Heusden |
Ter plaatse van wijzigingen in 'Natuur Netwerk Brabant' zijn de gebieden met de normen voor wateroverlast indien nodig aangepast aan het nieuwe werkingsgebied:
Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze wijzigingsverordening wordt aangehaald als: Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassing NNB 1.
Het doel van deze wijzigingverordening is ervoor zorgen dat ruimtelijke ontwikkelingen waarbij een afname van het NNB plaatsvindt, bijvoorbeeld vanwege een nieuw fietspad, gecombineerd kunnen worden met een toename van NNB op basis van een GOB-beschikking. Dit is nodig gelet op de voorwaarden tot wijziging van het natuurnetwerk Nederland, zoals opgenomen in het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening ) en waarop is gewezen in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) over het bestemmingsplan Nieuw Landgoed Reuseldal. In de volgende paragrafen wordt hier dieper op ingegaan.
De RvS heeft een uitspraak gedaan over het bestemmingsplan Nieuw Landgoed Reuseldal en daarbij ook over het provinciale systeem van herbegrenzing NNB. In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) wordt aangegeven dat bij aantasting van het NNB fysiek of financieel gecompenseerd dient te worden (art. 3.22). Fysieke compensatie dient plaats te vinden binnen de niet gerealiseerde delen van NNB of ecologische verbindingszones (art. 3.23). Als gekozen wordt voor financiële compensatie of compensatie binnen niet gerealiseerde NNB neemt de oppervlakte aan NNB af op het moment dat de kaart van de IOV ten behoeve van dat plan gewijzigd wordt.
Omdat het complete NNB als natuurnetwerk Nederland (NNN) gezien moet worden volgens de RvS, is deze wijziging van de IOV waarbij een afname plaatsvindt in strijd met het Barro (artikel 2.10.5 lid b onder 3). Het herbegrenzingsbesluit ten behoeve van het bestemmingsplan Nieuw Landgoed Reuseldal, waarbij het NNB afnam (fysieke compensatie binnen NNB), is daarom onverbindend verklaard.
Dat er jaarlijks per saldo vele hectaren aan NNB bijkomen zorgt er niet voor dat de besluitvorming, waarbij enkel een afname plaatsvindt, doorgang kan vinden.
Gelet op de uitspraak kunnen we niet op dezelfde wijze doorgaan met onze herbegrenzingsbesluiten waarbij per saldo een afname van het NNB plaatsvindt. Dat wordt herbegrensd is voor de ruimtelijke ontwikkelingen in (bestemmings)plannen die voldoen aan de voorwaarden van de IOV wel wenselijk.
Er wordt gewerkt aan een andere manier van het opnemen van het NNN in de omgevingsverordening en bijbehorende herbegrenzings- en compensatieregels. Dit betreft een structurele oplossing waarvoor de omgevingsverordening gewijzigd dient te worden. In 2023 wordt het ontwerp ter inzage gelegd voor deze wijziging. Wanneer de vaststelling plaatsvindt is nog niet zeker en daarmee is ook de inwerkingtredingsdatum nog onduidelijk. Het wordt op z’n vroegst eind 2023 dat de wijziging in werking treedt.
Omdat het nog een tijd duurt voordat de regels van de IOV zijn aangepast en ruimtelijke ontwikkelingen daar niet op kunnen wachten wordt een tijdelijke oplossing toegepast.
Deze oplossing bestaat uit een combinatie van de kaartwijziging naar aanleiding van het verzoek van de gemeente tot verwijdering van NNB en de kaartwijziging met daarin de toevoeging van NNB op basis van GOB-beschikkingen. GOB-beschikkingen zijn besluiten van het Groen Ontwikkelfonds Brabant. Het GOB zorgde de afgelopen jaren voor vele hectares aan toegevoegd NNB.
In één besluit met bijbehorende kaartwijziging wordt NNB verwijderd en toegevoegd, waardoor per saldo minimaal dezelfde oppervlakte aan NNB overblijft. Daardoor wordt voldaan aan het Barro en daarmee aan de uitspraak van de RvS. Door deze werkwijze kunnen de NNB compensatieregels uit de de IOV aangehouden worden, waarbij dus zowel compenseren binnen het NNB als financieel opties zijn.
In het verleden zijn meerdere herbegrenzingsbesluiten genomen die tot een wijziging van het NNB leiden en waarbij het NNB per saldo af is genomen. Bij de laatste vaststelling van de jaarlijkse kaartaanpassing van 2022 is daarom in paragraaf 1.3.1 van de toelichting expliciet opgenomen dat het NNB dat daarbij wordt toegevoegd op basis van GOB-beschikkingen, mede gezien wordt als compensatiegrond voor de eerdere aantastingen in vastgestelde bestemmingsplannen. Dit geldt voor bestemmingsplannen die vastgesteld zijn voor de vaststelling van de wijziging IOV - kaartaanpassingen 2022, dus voor 27-09-2022.
Er zijn een aantal bestemmingsplannen waarvan vaststelling later dan deze datum plaatsvindt of heeft gevonden, maar waarvoor al wel een herbegrenzing heeft plaatsgevonden. De herbegrenzingsbesluiten die horen bij deze bestemmingsplannen worden aangevuld met de extra toevoegingen aan NNB bij de vaststelling van de gecombineerde besluitvorming. De bestemmingsplannen waarvoor dit geldt en die nu al in beeld zijn staan in paragraaf 2.2.1.
Hier wordt de procedure en aanpak van het combinatiebesluit toegelicht en hoe deze wijziging samenhangt met het Natuurbeheerplan (NBP).
Om een besluit te kunnen nemen waarin verwijdering en toevoeging van het NNB gecombineerd worden moet de toevoeging van het NNB eerst als ontwerp IOV wijziging ter inzage gelegd worden (de inspraak voor de verwijdering loopt zoals altijd via de gemeentelijke plannen).
De reguliere terinzagelegging van de ontwerp kaartaanpassing waarin GOB beschikkingen worden verwerkt vindt echter pas in mei 2023 plaats.
Vandaar dat we voorliggend ontwerp eerder ter inzage leggen. Hierin zijn een aantal GOB-beschikkingen meegenomen, die anders mee zouden zijn gegaan in de eerstvolgende reguliere kaartaanpassing. Zo ontstaat een 'voorraad' aan toegevoegd NNB, die later bij vaststelling van een wijziging gecombineerd kan worden met een gemeentelijk verzoek tot verwijdering. Waarschijnlijk vinden meerdere wijzigingen plaats op basis van voorliggend ontwerp. Zo is het mogelijk dat rond maart 2023 de eerste wijziging wordt vastsgesteld waarin een aantal ruimtelijke ontwikkelingen en een aantal toevoegingen op basis van GOB-beschikkingen mee zijn genomen. Daarna volgen mogelijk nog een aantal vaststellingen waarbij andere ontwikkelingen en toevoegingen worden meegenomen.
Het Natuurbeheerplan (NBP) beschrijft de beleidsdoelen en de subsidiemogelijkheden voor de ontwikkeling en het beheer van natuurgebieden en agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) in de provincie.
Wijzigingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) hebben doorwerking naar het Natuurbeheerplan (NBP), omdat daar ook het NNB verwijderd of toegevoegd dient te worden.
De jaarlijkse reguliere kaartaanpassingsronde van de IOV loopt gelijk op met de aanpassing van de begrenzingen in het NBP. Met de voorliggende ontwerpwijziging wordt een voorschot genomen op een aantal wijzigingen die gewoonlijk in de reguliere ronde meegaan. Na vaststelling in de wijziging van de IOV worden de wijzigingen verwerkt in het NBP.
Bij de reguliere kaartaanpassingsronde vindt vaststelling plaats in september. Alle GOB-beschikkingen die in dit ontwerp zijn opgenomen worden uiterlijk tijdens de vaststelling in september 2023 meegenomen, zodat deze niet later dan de overige tijdig aangemelde GOB-beschikkingen worden vastgesteld.
De beschrijving van het GOB-verzoek is op dezelfde wijze als in de reguliere aanpassingsronde van het NBP weergegeven in paragraaf 1.3. Een eventuele invulling of aanpassing van het beheertype of van de ambitiekaart vindt plaats bij de eerstvolgende wijziging van het NBP waarin dit meegenomen kan worden.
Voor meer informatie over de relatie van de IOV met het NBP verwijzen we u graag naar paragraaf 3.1 van deze toelichting. Voor meer informatie over het natuurbeheeplan kunt u terecht op deze webpagina op de provinciale website.
In deze wijzigingsverordening worden wijzigingen aangebracht naar aanleiding van beschikkingen van het Groen Ontwikkelfonds Brabant. Het GOB verleent subsidies voor realisering van het NNB. Bij de subsidieverlening wordt een ecologische toets uitgevoerd. Het is niet altijd mogelijk natuurontwikkeling precies op de oorspronkelijk geplande locatie tot stand te brengen. In de praktijk kan dit op problemen stuiten, terwijl op een andere wijze in de nabijheid wel natuur is te realiseren. In zo'n geval kan het GOB ook subsidie verlenen voor gronden buiten de begrenzing van het NNB.
Daar waar het doel is om de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het NNB in het desbetreffende gebied te behouden of te versterken is het nodig om te borgen dat de percelen een natuurbestemming krijgen. Hierdoor kunnen ze niet op termijn weer ingezet worden voor andere doeleinden. Daarom worden die gronden in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant als NNB opgenomen. Hiermee ontstaat voor de gemeente de verplichting er een passende natuurbestemming aan toe te kennen of, als deze er al ligt, in stand te houden.
In deze paragraaf zijn diverse verzoeken van het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) opgenomen waarvan GS, vooruitlopend op de reguliere kaartaanpassing, heeft aangegeven in te stemmen met de gewenste toevoeging aan het NNB in deze ontwerpwijziging.
Op de hieronder beschreven locaties vindt toevoeging van NNB plaats. In een aantal gevallen is er ook sprake van beperkte verwijdering van NNB, meestal ligt de grens dat nog niet netjes op de kadastrale grens van een perceel.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om de percelen APN03 L649, L825 en L826 toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met ambitietype N16.03 Droog bos met productie. De initiatiefnemer wil hier starten met Ondernemend Natuurnetwerk, ONNB.
Wij stemmen in met het toevoegen van de percelen aan het Provinciale NNB ten behoeve van invulling van ONNB. De gemeente zet in op versterking van het Bels Lijntje als ecologische verbindingszone en bijenlint voor insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. Voedselbos De Laagstraat, met zijn ligging aan het Bels Lijntje, sluit hier goed op aan. Met de inrichting van een voedselbos met daarbij de aanleg van een bijenlint, vlinderweide, meanderende sloot en nieuwe boomstructuren wordt gelegenheid geboden om voor de diverse soorten, zoals reeën, hazen, vogels, insecten, bijen en vleermuizen, een leefomgeving te bieden die garant staat voor verdere ontwikkeling van deze populaties.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 2 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om een deel van perceel WKD00 S678 toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met als ambitietypen N10.02 Vochtig hooiland en N16.04 Vochtig bos met productie.
Wij stemmen in met het toevoegen van het perceel aan het Provinciale NNB. Het perceel grenst niet direct aan bestaand NNB, maar ligt zo dichtbij een losliggend bos dat toevoeging waardevol is. Het vormt een nieuwe verbinding met de Groesplaat in het noorden, het geïsoleerde bosje in het zuiden en landgoed Kraaiveld in het oosten. Het perceel heeft nu al een hoge natuurwaarde met vochtig grasland en verlande oude poelen. Dit zal nog verder verbeteren door verschraling en het dempen van de 2 sloten, waardoor meer kwel in het perceel komt. Daarnaast wordt de aanwezige poel vergroot. Ook worden diverse landschapselementen toegevoegd, zoals knotbomen en een bosje. Dit maakt het gebied geschikt voor marterachtigen, de rugstreeppad en weidevogels zoals de grutto, de kluut, de tureluur en de lepelaar die nu regelmatig op de Groesplaat aanwezig zijn.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 2,8 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om perceel BLE01 N419 en delen van de percelen BLE01 N886 en N887 toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met de ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, N12.05 Kruiden- en faunarijke akker, N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos en de landschapselementen L01.01 Poel en L01.02 Houtwal en houtsingel. De initiatiefnemer wil op de Kruiden- en faunarijke akkers (3,6 ha) starten met Ondernemend Natuurnetwerk, ONNB. De resterende 1,7 ha wordt ingericht met een natuurdoel.
De percelen maken deel uit van het landgoed Postel. De eigenaren hebben de ambitie om landbouw en natuur duurzaam te integreren. Op termijn willen ze de landbouw loslaten en het gehele terrein als natuur beheren. Het gebruik van de percelen met de functie ONNB en natuur past hier nu dan ook goed. Het gebied sluit aan op een smalle strook natuur van Staatsbosbeheer bestaande uit grasland, poelen en struweel, ingericht voor de boomkikker en verbindt het noordelijk gelegen Withagen en Den Rooy met het in het zuiden gelegen Merkske. Landgoed Postel sluit halverwege aan op deze smalle verbinding en maakt het NNB robuuster en meer divers. Het plangebied vormt een stapsteen voor diverse doelsoorten. Het grootste deel van het gebied blijft een landbouwfunctie houden, maar de akkers hebben een toegevoegde waarde door de inrichting tot bloemrijke akkers. De openheid van akkergewassen biedt een ideaal leefgebied voor insecten, muizen en vogels. De rest van de percelen wordt ingericht als een kleinschalig coulissenlandschap, met bos, houtkanten, solitaire bomen, een bomenrij en een poel. Het bos en struweel trekt vogels als appelvink en roodborsttapuit aan en de graslanden en akkers worden soortenrijk (met o.a. gewone brunel, grote ratelaar) ingericht waardoor ze een leefgebied vormen voor vlinders en bijensoorten (o.a. bruin blauwtje, bruin zandoogje). Door de poel profiteren ook amfibieën als boomkikker en kamsalamander.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 5,2 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om een deel van perceel NTR00 I770 toe te voegen aan het Provinciale NNB en als ingericht op de beheertypenkaart aan te geven. Het betreft een perceel in wijstgebied 'Donzel 3' dat is ingericht als N10.01 Nat schraalland, N10.02 Vochtig hooiland, inclusief een L01.01 Poel, L01.03 Elzensingel en een L01.16 Bossingel.
Wij stemmen in met de toevoeging van het ingerichte perceel aan het Provinciale deel van het NNB. Het perceel is gelegen in het wijstgebied Donzel 3. De breuk is niet zichtbaar aan de oppervlakte, maar wel in de vegetatie en in de kwelverschijnselen in de sloten. De provincie heeft beleid vastgesteld om de diverse breukzones in Oost-Brabant verder te ontwikkelen en te herstellen. Daarnaast bestaat er een subsidieregeling Wijstherstel. Daarvoor kan het instrument van toevoegen van NNB gebruikt worden. Het perceel grenst niet aan bestaand NNB. Wij maken hier een uitzondering op ons beleid dat nieuw te begrenzen NNB moet grenzen aan ander NNB. In de directe omgeving wordt ook herstel uitgevoerd om wijstverschijnselen te bevorderen. Daarmee ligt het perceel niet als een eiland in het landschap. De wijstgebieden zijn een aardkundig monument. Met de omvorming van dit perceel wordt het wijstverschijnsel hersteld en worden de bijbehorende unieke kenmerken, landschappelijke structuur en hoge natuurwaarden teruggebracht. Over het gehele perceel is de voedselrijke bouwvoor 30 centimeter afgegraven om het perceel te verschralen en om de kwel dichter aan de oppervlakte te laten komen. De gekozen natuurdoeltypen passen goed bij de abiotische omstandigheden. Daarnaast is gekozen voor het aanleggen van een wilgenvloedstruweel aan de westelijke kant. Dit struweel zorgt voor een gradiënt van de lage vegetatie rond de poel naar een dubbele elzensingel. Deze landschapselementen versterken de kleinschalige landschapsstructuur van De Donzel en passen bij de visie van gemeente Bernheze over de ontwikkeling van het gebied.
Door het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 3,4 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om een deel van perceel NTR00 L365 toe te voegen aan het Provinciale NNB en als ingericht op de beheertypenkaart aan te geven. Het perceel is ingericht als N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland met L01.05 Knip- of scheerheggen, N12.05 Kruiden- en faunarijke akker en N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos.
Wij stemmen in met de toevoeging van het ingerichte perceel aan het Provinciale deel van het NNB. Het plangebied ligt tussen de 2 wijstgebieden Slabroek en het Loo. Over het perceel lopen 2 breuklijnen. Deze zijn weliswaar niet zichtbaar in het landschap, maar er komt in het zuidwesten van het perceel wel kwel aan de oppervlakte, wat te zien is aan het voorkomen van zwarte elzen. Het perceel wordt omsloten door reeds bestaand NNB aan de zuid-oostzijde en noordzijde. Door de diverse landschappelijke elementen binnen en aangrenzend aan het plangebied zorgt het perceel voor een robuuste verbinding met de aangrenzende percelen. De kleinschaligheid van het perceel wordt opnieuw aangebracht door een structuur van gemengde hagen en houtsingels. Deze verschillende elementen geven ook diverse natuurwaarden. Dit komt de soortenrijkdom van zowel flora als fauna ten goede. Om de diversiteit van het perceel verder te vergroten is zowel Kruiden- en faunarijk grasland als een Kruiden- en faunarijke akker gerealiseerd. De akker wordt gebruikt voor het extensief verbouwen van soorten zoals luzerne en gerst. Dit soort akkers zijn een belangrijk leefgebied voor akkervogels zoals patrijzen en fazanten. Ook voor struweelvogels bieden dergelijke percelen een belangrijke voedselvoorziening. Vanuit het gemeentelijk bestemmingsplan is dit gebied een leefgebied voor struweelvogels. Daarom is bij de inrichting ook gekeken hoe deze soorten zoveel mogelijk versterkt kunnen worden.
Door het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 1,9 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om perceel NTR00 L177 en een deel van perceel NTR00 L360 toe te voegen aan het Provinciale NNB en als ingericht op de beheertypenkaart aan te geven. Het betreft een perceel in wijstgebied Het Loo dat is ingericht als N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland met de landschapselementen L01.01 Poel, L01.02 Houtwal en houtsingel en een L01.06 Struweelhaag.
Wij stemmen in met de toevoeging van het ingerichte perceel aan het Provinciale deel van het NNB. Het perceel is gelegen in wijstgebied Het Loo. De breuklijn is zichtbaar in het landschap en er is kwel zichtbaar in de sloten. Toevoeging en inrichting van de percelen zorgen voor het zichtbaar worden van het wijstverschijnsel, versterking van het kleinschalige landschap, het vinden van aansluiting met de natuurwaarden in de omgeving en de bijbehorende unieke landschappelijke structuur en het terugbrengen van hoge natuurwaarden. Bij deze ontwikkeling staat het vergroten van de soortenrijkdom centraal. Door het planten en zaaien van gebiedseigen soorten wordt de biodiversiteit versterkt. Door goed onderhoud en beheer zal het terrein verschralen, wat kansen biedt aan zeldzamere soorten. De broed- en foerageermogelijkheden voor (struweel) vogels worden vergroot door de aanleg van struweel en houtsingels. Dankzij de poelen en natuurvriendelijke oevers hebben zwaluwen en andere vogels toegang tot modder dat dient als bouwmateriaal voor hun nesten. Ook de aanwezigheid van insecten zal meer vogelsoorten aantrekken.
Door het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 1,3 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om het middelste deel van perceel BDL01 K89 toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met als ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, N16.04 Vochtig bos met productie, een L01.01 Poel, struweel en bomenrijen. Ook wordt verzocht het ambitietype van het reeds als NNB begrensde deel van het perceel te wijzigen van Zoekgebied 4 Beekbegeleidende natuur naar N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland en N16.04 Vochtig bos met productie.
Wij stemmen in met de voorgestelde wijzigingen. Het perceel grenst aan de zuidoostkant aan de Goorloop, die in de toekomst als meanderende beek zal worden ingericht. Aan de noordoostkant ligt Natte natuurparel Groote Beerze. De huidige begrenzing van het NNB op het perceel is erg smal. Een bredere natuurbuffer is een meerwaarde voor de kwaliteit van het grondwater richting de beek. Ook wordt een robuustere verbinding tussen de Kroonvense heide in het zuiden en de Neterselse heide in het noorden gerealiseerd. De combinatie van het vochtige tot natte Kruiden- en faunarijke grasland, hier en daar een stukje ruigte en de landschapselementen zorgt onder andere voor nectar en zonnige windluwe plekjes waar insecten zoals vlinders een voorkeur voor hebben. Het grasland met het bosje, besdragend struweel en bomenrijen zorgt voor foerageergebied met dekking voor zoogdieren zoals reeën en diverse vogelsoorten en de poel met struweel in de buurt zorgt voor een goed leefgebied voor diverse amfibieën. Als er in de toekomst meer poelen worden aangelegd in de omgeving dan zou dit perceel een van de stapstenen kunnen zijn tussen de poelen in de Natte natuurparel en het bestaande netwerk van poelen in de Kroonvense heide en de Cartierheide. Hierdoor zouden amfibieën zoals de alpenwatersalamander, vinpootsalamander, heikikker en poelkikker zich beter kunnen verspreiden. Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 1 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om de delen van de percelen BDL02 K629 en K631 die nog niet tot het NNB behoren toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met als ambitietype N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos. Ook wordt verzocht om het ambitietype van de reeds als N16.04 Vochtig bos met productie ingerichte delen van de percelen te wijzigen naar N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos.
Wij stemmen in met de voorgestelde wijzigingen. De provincie Noord-Brabant zoekt partners die bos willen aanplanten. De stichting Beekenbos wil de provincie helpen om die ambitie waar te maken. Met de inrichting als bos kan CO2 uitstoot worden gecompenseerd en kan de ecologische voetafdruk worden verkleind. Ook vergroot het de biodiversiteit in het gebied. Het plangebied ligt vlakbij watergang Weergraaf, die ten oosten van het plangebied ligt. De Weergraaf vormt een Ecologische Verbindingszone tussen het Natura2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven met de Boschloop en het beekdal van de Buulder Aa. De natuurontwikkeling op korte afstand van de Weergraaf kan bijdragen aan deze verbindende functie. Met de toevoeging aan het NNB en inrichting als Rivier- en beekbegeleidend bos wordt aangesloten bij de natuurambities van naastgelegen provinciale NNB. Het doel is een gevarieerde bosstructuur met dood hout, een weelderige struiklaag en bodemvegetatie en veel verschillende loofboomsoorten met de daarbij behorende insecten, schimmels en vogelsoorten. Gelijktijdig met deze wijziging verwijderen wij 0,04 ha Bestaand N16.04 Vochtig bos met productie van het aangrenzende perceel BDL02 K633. Dit perceel is van een andere eigenaar.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 0,4 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om perceel RBG01 I265 en delen van de percelen ETN01 R47 en R60 toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland en N16.03 Droog bos met productie. De initiatiefnemer wil hier starten met Ondernemend Natuurnetwerk, ONNB.
Wij stemmen in met de toevoeging van de percelen aan het Provinciale deel van het NNB. Natuurgebied 's Heeren Vrunten (waar dit perceel onderdeel van uitmaakt) is gelegen in een verder te ontwikkelen 'groene corridor'. Deze groene corridor wordt ontwikkeld om de ecologische relaties tussen de verspreid gelegen natuurgebieden te versterken (Pannenhoef - gemeentebossen - Rondgors - Schuitvaartjaagpad en Kogelvanger - Vloeiweide - Liesbos- Hooiberg). Zo worden bosgebieden met elkaar verbonden, waarbij het landschap een landschappelijke, recreatieve en ecologische meerwaarde aan het gebied geeft. ln algemene zin zal het plan een meerwaarde hebben voor de biodiversiteit ter plaatse. Doelstelling van het voedselbos is een combinatie van bijdragen aan meer diversiteit in de natuur en het experimenteren met oogstdrones met behulp van drones en raaprobots. Op het Kruiden- en faunarijke grasland zullen struweelhagen worden aangeplant. Deze hagen bieden voedsel- en nestelmogelijkheden voor struweelvogels en tegelijk beschutting. Er zullen meer dan 5% landschapselementen worden aangeplant. Langs het bovenste perceel loopt de EVZ "Zijtak Bleekloop". De inrichting van dit perceel sluit aan bij de doelsoorten voor deze EVZ.
Door het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte Nieuwe Natuur toe met 6,3 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om het deel van perceel HZE00 E483 dat nog geen deel uitmaakt van het NNB toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, N12.05 Kruiden- en faunarijke akker en N16.04 Vochtig bos met productie. Ook wordt verzocht het ambitietype van het zuidelijk deel van het perceel te wijzigen van N15.02 Dennen-, eiken- en beukenbos naar N16.04 Vochtig bos met productie.
Wij stemmen in met het toevoegen van het perceel aan het Provinciale NNB en aanpassing van de ambitiekaart voor het vochtige bos met productie. De gekozen natuurdoeltypen sluiten goed aan op de huidige situatie en de ambitiekaart. Door te kiezen voor Kruiden- en faunarijk grasland worden de twee percelen ten westen en oosten van de projectlocatie op elkaar aangesloten. Het vochtig bos met productie sluit, gebaseerd op de locatie, grondwaterstanden en bodemtype, goed aan op het al bestaande vochtige bos en zorgt via een mantelzoomvegetatie voor een mooie overgang naar het kruidenrijke grasland. De combinatie van de verschillende natuurdoeltypen en landschapselementen en de overgang van nat naar droog zorgt voor een hoge diversiteit en een kleinschalig landschap waarin vogels zoals patrijs, kleine en middelste bonte specht, groene specht, havik, roodborsttapuit, geelgors en blauwborst kunnen voorkomen. Ook voor diverse soorten vleermuizen, zoals de baardvleermuis is de combinatie van bos (met wellicht oude spechtenholen), water en open plekken met veel insecten (nectar van kruidenrijk grasland en struweelrand) erg geschikt habitat. De kamsalamander en boomkikker zijn doelsoorten voor het moerasbos. De omgeving met lange houtwallen en bomenrijen zorgt ervoor dat het gebied ook makkelijk te bereiken is voor veel soorten waaronder vleermuizen, die vaak langs lijnvormige elementen vliegen. Tegelijkertijd met deze wijziging begrenzen wij perceel HZE00 E482 conform de kadastrale grenzen.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 0,5 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om perceel DNN00 D3565 toe te voegen aan het Rijksdeel van het NNB met als ambitietypen N11.01 Droog schraalgrasland en de landschapselementen L01.01 Poel, L01.02 Houtwal en L01.08 Knotbomen. De landschapselementen zijn al ingericht.
Wij stemmen in met het toevoegen van de percelen aan het Rijks NNB. Het perceel grenst voor een deel aan N2000 gebied Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen. Er ontwikkelt zich hier een groter geheel van natuurpercelen. Toevoeging aan het NNB garandeert dat er in het gebied geen landbouw of recreatie meer uitgeoefend kan worden en dat daarmee ook geen schade aan de natuur meer kan worden toegebracht. Daarnaast zorgt het perceel voor een verbinding voor de das, die hier voorkomt. Toevoeging van het perceel zorgt ook voor een toename aan variatie. De aanwezige landschapselementen komen in het omliggende gebied niet voor en het droge schraalgrasland is positief voor de biodiversiteit. Het deel van het perceel dat ontwikkeld wordt tot droog schraalgrasland is nog niet ingericht.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 0,9 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om de percelen CUI00 H305 en H306 toe te voegen aan het Rijksdeel van het NNB als stapsteen met ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland met L01.01 Poelen, struweel en een wilgengriend.
Wij stemmen in met het toevoegen van de percelen aan het NNB. Wij voegen de stapsteen echter toe aan het provinciale deel van het NNB. Gedeputeerde Staten hebben in 2019 besloten dat het noodzakelijk is voor het optimaal functioneren van Ecologische verbindingszones om voor bepaalde prioritaire soorten stapstenen aan te leggen om de migratie van deze soorten te bevorderen. Voor dergelijke stapstenen voorziet de subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant in 85% waardedaling. Dit is vergelijkbaar met wijstgronden die we (ook) als Provinciaal NNB op de kaart aangeven. De stapsteen wordt ingericht voor de prioritaire soorten kamsalamander in de Broeksewielen en Tongelaar en sleedoornpage in de Kraaijenbergse Plassen, als onderdeel van EVZ Laarakkerse Waterleiding-Drogesestraat in de Verborgen Raamvallei. De inrichting zal bestaan uit N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, struweel met sleedoorn voor de sleedoornpage en poelen als landschapselement voor de kamsalamander.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 4,6 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om de delen van de percelen GVE00 H1793 en H1866 die nog niet tot het NNB behoren toe te voegen aan het Provinciale deel van het NNB met als ambitietypen N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland, struweelhagen, hoogstamfruitbomen, knotbomen en een poel. Ook wordt verzocht de reeds met N12.02 ingerichte delen van de percelen te wijzigen van Bestaande natuur naar Bestaande natuur enclave, dit betreft een kaartfout.
Wij stemmen in met de voorgestelde wijzigingen. De percelen grenzen aan bestaand NNB Haagbeuken- en essenbos. Met de omvorming tot Kruiden- en faunarijk grasland zal door inrichting en beheer het bodemleven en de flora en fauna van betere kwaliteit zijn. De inrichting zorgt voor beschutte migratiemogelijkheden voor de das tussen droge en natte delen. Het versterken van de struweelranden in combinatie met de extensief beteelde graslanden zorgen voor een verbetering van het dassenleefgebied. Daarnaast zal het beheer en aanleg van houtopstanden zoals bomen, heggen en wilgentunnels in combinatie met de graslanden betere en beschutte broedplaatsen opleveren voor vogels. Deze nieuwe inrichting verbindt aangrenzende NNB-stroken waardoor veel soorten beter migreren en een groter en meer divers leefgebied krijgen. Met het voorgenomen beheer en inrichting draagt de initiatiefnemer actief bij aan het versterken van het landschap langs de Graafse Raam. De houtopstanden, poel en het grasland met begrazing door schapen versterken het beeld van fraaie landschappelijke inpassing. De inrichting zal worden uitgevoerd door Waterschap Aa en Maas als onderdeel van het project 'beekherstel Graafsche Raam' binnen de Verborgen Raamvallei.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 0,5 ha.
Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) verzoekt om namens Brabants Landschap perceel OST00 M8 toe te voegen aan het Rijksdeel van het NNB met als ambitietypen N10.02 Vochtig hooiland, N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos, N14.03 Haagbeuken- en essenbos en N04.02 Zoete plas.
Wij stemmen in met het toevoegen van het perceel aan het Rijks NNB. Het perceel grenst aan bestaand Rijks NNB en aan Natte natuurparel De Mortelen/Velderbosch. Het maakt deel uit van natuurgebied de Mortelen. Toevoeging van het perceel zorgt voor gunstige hydrologische en ecologische effecten in het gebied. Daarnaast zorgt de inrichting voor versterking van de ecologische verbindingszone in het deel van de Heerenbeekloop door de verbinding die het vormt tussen 't Hemeltje en Smalzij. Hierdoor kunnen onder andere de kamsalamander en de boomkikker zich makkelijker verplaatsen tussen voortplantingswateren en landhabitats. Voor realisatie van vochtig hooiland zal het maaiveld worden afgegraven. De verwachting is dat hierdoor een zeer bloemrijk hooiland ontstaat met gradiënten naar blauwgrasland en heischraal grasland. Soorten als de boomkikker, waterspitsmuis, bont dikkopje en moerassprinkhaan profiteren hiervan. De zoete plas wordt het basisbiotoop voor de boomkikker. Daarnaast wordt nog bos aangelegd wat gunstig is voor soorten als de grote weerschijnvlinder en de wezel. Brabants Landschap zet verder in op het verwerven van aangrenzende en omliggende percelen om de verbinding en hydrologische omstandigheden in de omgeving nog verder te versterken en te verbeteren. In combinatie met de EVZ langs de Heerenbeekloop ontstaat zo in alle windrichtingen een robuuste verbinding tussen gronden die deel uitmaken van het NNB en wordt het leefgebied van kenmerkende en vele andere soorten verder vergroot. Het perceel is een belangrijke schakel in dit proces.
Met het toevoegen van de percelen neemt de oppervlakte NNB/Nieuwe Natuur toe met 3,5 ha.
Bij de vaststelling van de wijziging van de IOV wordt de combinatie gelegd tussen de toevoegingen van NNB en de afname van NNB (vanwege ruimtelijke ontwikkelingen in plannen). In deze paragraaf worden de plannen genoemd waarvoor nu, voor de terinzagelegging van de ontwerpwijziging, al duidelijk is dat deze in een gecombineerd vaststellingsbesluit worden meegenomen.
Hier worden de bestemmingsplannen en bijbehorende wijzigingen van de IOV weergegeven.
Gemeente | Plannaam | IMRO-IDN gemeentelijk plan | IMRO-IDN wijziging IOV |
Oirschot | Buitengebied, Herziening Hoogeindseweg 23, Gildeterrein | NL.IMRO.0823.BPBGHOOGEIND23 | NL.IMRO.9930.IOVHB0823Hoogend23-va01 |
's-Hertogenbosch | Coudewater (landgoed en boszone) | NL.IMRO.0796.0002477 | NL.IMRO.9930.IOVHB0796Coudewatr-va01 |
Hier worden de bestemmingsplannen weergegeven waarbij de gemeente een verzoek tot wijziging van de IOV heeft ingediend. Het betreft dan plannen waarvoor het voornemen tot verzoek om herbegrenzing ter inzage heeft gelegen en waarbij het verzoek akkoord is bevonden door GS.
Gemeente | Plannaam | IMRO-IDN |
Alphen-Chaam* | Heistraat 16-18, Ulvenhout AC | NL.IMRO.1723.Heistraat1618 |
Sint-Michielsgestel | Hooghei | NL.IMRO.0845.BP2018BGHOOGHEI |
Tilburg | Bedrijventerrein Vossenberg 2008, 9e herziening (Dongenseweg 75) | NL.IMRO.0855.BSP2021033 |
*Voor het bestemmingsplan 'Heistraat 16-18, Ulvenhout AC' heeft een herbegrenzing plaatsgevonden. Het bestemmingsplan is nog niet vastgesteld. Na uitvoerig contact met de gemeente is het eerder genomen herbegrenzingsbesluit op verzoek van de gemeente ingetrokken. Hierdoor wordt teruggevallen op het ter inzage gelegen voornemen tot verzoek om herbegrenzing en bijbehorende ingediende verzoek. Een gecombineerde wijziging van de IOV gaat daardoor volledig in de plaats van de eerdere en nu ingetrokken wijziging treden.
Een actualisatie van een legenda-eenheid kan indirect ook gevolgen hebben voor een andere kaartlaag op dezelfde kaart en/of op een andere kaart bij de verordening. Deze 'afgeleide' wijzigingen worden ook in deze wijzigingsverordening opgenomen.
Soms is er heel direct sprake van communicerende vaten: waar aan een legenda-eenheid iets wordt toegevoegd, moet datzelfde van een andere verwijderd worden. Zo leidt het verwijderen van 'Attentiezone waterhuishouding' tot een overeenkomstige toevoeging aan het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding'.
Vaak is deze samenhang in gebieden wat minder duidelijk en vloeit deze voort uit de technische opbouw van de verordening of omdat onderwerpen inhoudelijk samenhang met elkaar hebben. De 'afgeleide' wijzigingen zijn daarom hieronder nader toegelicht.
In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant sluiten het 'Stedelijk gebied', het 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Landelijk gebied' op elkaar aan en overlappen niet.
Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende werkingsgebied, dat soms ook op een andere kaart voor kan komen. Er kan bijvoorbeeld niet volstaan worden met het toevoegen van het NNB, er moet op die plek ook de tot dan toe geldende legendaeenheid uit het genoemde rijtje worden verwijderd.
Het toevoegen van 'Stedelijk gebied' betekent op zijn beurt dat daar meestal 'Landelijk gebied' verwijderd moet worden.
Het Landelijk gebied kent verder een onderverdeling in 'Groenblauwe mantel' en 'Gemengd landelijk gebied'. Waar een perceel wel 'Landelijk gebied' blijft, maar uit de 'Groenblauwe mantel' verwijderd wordt, zal 'Gemengd landelijk gebied' moeten worden toegevoegd en andersom.
Bij het verwijderen van het NNB wordt voor de nieuwe invulling gekeken naar de omringende werkingsgebieden. De hoofdregels voor toekenning van een ander werkingsgebied aan de gronden waar NNB is verwijderd zijn als volgt:
Een aanpassing van 'Stedelijk gebied' kan ertoe leiden dat een aantal andere werkingsgebieden mee wijzigt. Dat doet zich voor bij 'Beperking veehouderij', 'Cultuurhistorisch waardevol gebied', en 'Attentiezone waterhuishouding'.
Waar deze op de kaart aansluiten aan het 'Stedelijk gebied' schuift de grens van deze gebieden mee met de verplaatsing van de grens van het 'Stedelijk gebied' zodat ze daar op aan blijven sluiten.
Voor 'Verstedelijking afweegbaar' geldt dat deze aanduiding kan vervallen op de locaties waar Stedelijk gebied wordt toegevoegd.
Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Interim omgevingsverordening een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB. Hier moet de gemeente regels in het bestemmingsplan opnemen om verdroging te voorkomen, bijvoorbeeld een vergunningplicht voor werkzaamheden die verdrogend kunnen werken.
Daarnaast kent de IOV ook een gebied 'Beperkingen veehouderij' dat als een beschermingszone rondom het NNB ligt. NNB percelen moeten in ieder geval altijd deel uitmaken van het gebied 'Beperkingen veehouderij'.
De wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB in deze wijzigingsverordening kunnen daardoor ook leiden tot aanpassing van de grens van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Beperkingen veehouderij'.
Toevoeging van percelen NNB op een locatie waar nog geen 'Beperkingen veehouderij' ligt zorgt ervoor dat het perceel in kwestie bij deze wijzigingsverordening wordt toegevoegd aan 'Beperkingen veehouderij'.
Toevoeging van percelen NNB aan de rand van een gebied met natte natuur kan ertoe leiden dat de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding' mee op moet schuiven. Waar het toevoegen van NNB daar aanleiding toe geeft worden er bij de vaststelling van deze wijzigingsverordening ook toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen. Andersom geldt ook, dat verwijdering van percelen aan de rand van het NNB ertoe kan leiden dat de Attentiezone aan de nieuwe grens moet worden aangepast en ook kleiner kan worden.
In hoofdstuk 2 van de Interim omgevingsverordening zijn regels opgenomen die verbonden zijn aan het gebied waar de 'Attentiezone waterhuishouding' níet ligt.
Een toevoeging van percelen aan de 'Attentiezone waterhuishouding' zoals beschreven in de paragrafen hierboven betekent dus dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart 'Rechtstreekse werkende regels: milieubeschermingsgebieden, natuur en wegen' kleiner wordt. Andersom betekent een verwijdering van de attentiezone dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart groter wordt.
In hoofdstuk 4 van de IOV zijn normen voor wateroverlast opgenomen waar de waterschappen rekening mee moet houden. De normen zijn verbeeld op de kaart 'Instructieregels voor waterschappen: watersystemen, -veiligheid en -berging'.
Deze normen hangen onlosmakelijk samen met de functie van de gronden en zijn bijvoorbeeld soepel in natuurgebieden en het strengst in stedelijk gebied. Daarom hebben de wijzigingen van het NNB, 'Stedelijk gebied', 'Regionale waterberging' en 'Reservering waterberging' automatisch ook gevolgen voor de normen wateroverlast die horen bij de instructieregels voor het waterschap. Er wordt altijd een norm voor wateroverlast toegekend. Wanneer gronden bijvoorbeeld niet langer deel uitmaken van het Natuur Netwerk Brabant maar 'gewoon' landelijk gebied worden brengt met zich mee dat de voor NNB geldende status 'normvrij' verwijderd moet worden en op dezelfde plek de norm voor wateroverlast buiten stedelijk gebied moet worden toegevoegd.
Het los in beeld brengen van de vele verspreide kleine wijzigingen en dan ook nog zowel de verwijderingen als de toevoegingen, zou leiden tot een onleesbare kaart. Daarom is ervoor gekozen om in de toelichting bij het ontwerp inzicht te geven in de achterliggende principes die leiden tot de toedeling van normen en bij de vaststelling van kaartaanpassingen 2022 een geheel geactualiseerde laag voor de normen wateroverlast in het besluit op te nemen.
De hoofdregels voor de toekenning van de normen voor wateroverlast zijn als volgt:
In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is het 'Natuur Netwerk Brabant' (NNB) begrensd, ofwel hierbij is bepaald welke percelen deel uitmaken van het NNB. De verordening verplicht gemeenten om voor deze gronden in een bestemmingsplan een bestemming en regels op te nemen die de bestaande natuur beschermt. Toekomstige natuur moet ook worden beschermd, maar dan tegen ontwikkelingen die natuurontwikkeling later moeilijker of onmogelijk maken. Welk type natuur binnen de grenzen van het NNB aanwezig is of wordt nagestreefd is niet in de verordening opgenomen, maar in het Natuurbeheerplan (NBP) dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De hierin opgenomen natuurdoelen zijn van belang voor subsidiemogelijkheden en voor de door de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voorgeschreven beschermende voorschriften in bestemmingsplannen.
Particulieren en natuurbeherende organisaties kunnen vanuit een ecologische invalshoek verzoeken om aanpassing van het NBP. In het merendeel van de gevallen wordt verzocht om andere natuurdoeltypes. Een wijziging van natuurdoeltype heeft geen invloed op de grenzen van het NNB en dus ook niet op de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.
Een deel van de verzoeken heeft echter (ook) betrekking op de grenzen. Overigens gaat het bij de grenswijzigingen die deel uitmaken van een verzoek om aanpassing van het Natuurbeheerplan ook regelmatig om een inmiddels aan het licht gekomen onjuistheid. Op het moment dat het verzoek om aanpassing van het natuurbeheerplan ook een verzoek om wijziging van NNB-grenzen inhoudt en wij op ecologische gronden van oordeel zijn dat het verzoek terecht is, is het wenselijk om ook de grenzen van het NNB in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant aan te passen. Dit heeft vervolgens ook doorwerking naar de grenzen die in het Natuurbeheerplan worden gehanteerd. Waar er NNB toegevoegd wordt zal in het kader van het Natuurbeheerplan de ambitie en het natuurbeheertype worden vastgelegd.
In zijn de artikelen opgenomen uit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant die voor deze wijzigingsverordening relevant zijn.
In situaties waarin zonder meer duidelijk sprake is van een fout of noodzakelijke actualisatie in het kaartmateriaal zoals bij een inmiddels gerealiseerde woonwijk, kan zonodig een correctie plaats vinden zonder voorafgaande inspraak. Bij correcties van onjuistheden die niet eenvoudig kenbaar zijn is het uitgangspunt dat deze wel verlopen via een inspraakprocedure. Dan is de noodzakelijke wijziging niet aan de hand van het kaartbeeld in combinatie met topografische ondergrond, luchtfoto en eventueel bestemmingsplan te constateren, maar bijvoorbeeld alleen met wetenschap van achterliggende gegevens of documenten met uitgangspunten voor de begrenzing.
De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal gebieden in de IOV. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Interim omgevingsverordening te worden geraadpleegd:
p.m.
p.m.