1.1 Wijzigingsverordening:     

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.IOVwijzkaarten2022-va01, met de bijbehorende regels.

2.1 Natuur Netwerk Brabant     

Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.2 Stedelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Stedelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.3 Verstedelijking afweegbaar     

In verband met uitbreiding van 'Stedelijk gebied' wordt een deel van de begrenzing van 'Verstedelijking afweegbaar' in de volgende gemeenten verwijderd:

2.4 Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone     

Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant-ecologische verbindingszone' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.5 Regionale waterkering     

Delen van het werkingsgebied 'Regionale waterkering' met de bijbehorende veilgheidsnorm worden verwijderd in de volgende gemeenten:

2.6 Glastuinbouw-doorgroeigebied     

2.6 Glastuinbouw-doorgroeigebied

Een 'Glastuinbouw-doorgroeigebied' wordt verwijderd in de volgende gemeente:

2.7 Landelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.8 Groenblauwe mantel     

Een deel van de begrenzing van de 'Groenblauwe mantel' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.9 Gemengd landelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van de 'Gemengd landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.10 Beperkingen Veehouderij     

Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.11 Attentiezone waterhuishouding     

ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van de 'Attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.12 Geen attentiezone waterhuishouding     

Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.13 Behoud en herstel watersystemen     

Een deel van de begrenzing van 'Behoud en herstel watersystemen' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

2.14 Regionale waterberging     

Een deel van de begrenzing van 'Regionale waterberging' wordt in de volgende gemeente gewijzigd:

2.15 Normen wateroverlast     

Ter plaatse van wijzigingen in 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Stedelijk gebied' zijn de gebieden met de normen voor wateroverlast indien nodig aangepast aan het nieuwe werkingsgebied:

• toevoeging Natuur Netwerk Brabant: Normvrij gebied;
• toevoeging Stedelijk gebied: Norm wateroverlast Stedelijk gebied of Afwijkende norm Stedelijk gebied;
• toevoeging Landelijk gebied door verwijderen NNB: Norm wateroverlast buiten Stedelijk gebied of Afwijkende norm wateroverlast buiten Stedelijk gebied. Waar sprake is van gronden aangewezen als Regionale waterberging, Reservering waterberging of Behoud en herstel watersystemen blijft het Normvrij gebied.

1.3.1 Wijzigingen op basis van beschikkingen Groenontwikkelbedrijf (GOB)     

Een bijzondere categorie zijn de wijzigingen naar aanleiding van beschikkingen van het Groenontwikkelbedrijf. Het GOB verleent subsidies voor realisering van het NNB. Bij de subsidieverlening wordt een ecologische toets uitgevoerd. Het is niet altijd mogelijk natuurontwikkeling precies op de oorspronkelijk geplande locatie tot stand te brengen. In de praktijk kan dit op problemen stuiten, terwijl op een andere wijze in de nabijheid wel natuur is te realiseren. In zo'n geval kan het GOB ook subsidie verlenen voor gronden buiten de begrenzing van het NNB.

Deze nieuwe gronden zien wij mede als compensatiegrond vanwege kleinschalige aantastingen van het Natuurnetwerk, waarbij de begrensde oppervlakte NNB in de IOV kleiner is geworden. Dit kan het geval zijn bij plannen waarbij financiële compensatie (storting in de provinciale compensatievoorziening) is toegepast of plannen waarbij de compensatie wordt gerealiseerd binnen nog niet gerealiseerde delen van het NNB.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak inzake landgoed Reuseldal (Bijlage 4) geoordeeld dat die systematiek, waarbij een afname van het NNB plaatsvindt, niet mogelijk is. Er zijn diverse (waaronder nog niet onherroepelijke) plannen vastgesteld, waarbij door financiële compensatie of compensatie binnen nog niet gerealiseerde delen van het NNB, ontwikkelingen zijn mogelijk gemaakt. Met dit besluit wordt 368 hectare aan het NNB toegevoegd, waarmee ruimschoots het oppervlakteverlies van het Natuurnetwerk vanwege de aantastingen door die plannen wordt gecompenseerd.

Daar waar het doel is om  de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het NNB in het desbetreffende gebied te behouden of te versterken is het nodig om te borgen dat de percelen een natuurbestemming krijgen. Hierdoor kunnen ze niet op termijn weer ingezet worden voor andere doeleinden. Daarom worden die gronden in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant als NNB opgenomen. Hiermee ontstaat voor de gemeente de verplichting er een passende natuurbestemming aan toe te kennen of, als deze er al ligt, in stand te houden.

1.4.1 Stedelijk gebied Vught     

Aan de Sint-Lambertussstraat 108 te Cromvoirt is in de Omgevingsverordening Stedelijk gebied verwijderd conform het verzoek van de gemeente. De gemeente heeft laten weten dat de nieuwe grens anders dient te liggen. Er was sprake van doorsnijding van een agrarisch bouwvlak in plaats van dat het hele bedrijf buiten het stedelijk gebied ligt. Dat is gecorrigeerd.

1.4.2 Stedelijk gebied Maashorst     

Op verzoek van de gemeente Maashorst wordt een gebied langs de Nieuwstraat en Wisselstraat tussen de N264 en Erfstraat te Volkel aan het stedelijk gebied toegevoegd.

Voor Lankes is in 2013 een separaat bestemmingsplan opgesteld. Dit buurtschap is buiten het bestemmingsplan 'Buitengebied' gehouden gelet op het specifieke karakter van het gebied. Met dit bestemmingsplan is het gebied op slot gezet. De gemeente heeft voor het gebied in februari 2020 een visie vastgesteld vooruitlopend op een omgevingsplan. De visie vormt het nieuwe gemeentelijke beleid voor de ontwikkelingsmogelijkheden in het buurtschap Lankes en biedt ruimte voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen.

In de Interim omgevingsverordening ligt Lankes in een gebied met de aanduiding verstedelijking afweegbaar. Het gebied 'Lankes' is omringd door stedelijk gebied, namelijk de kern van Uden aan twee zijden, aan de oostzijde het bedrijventerrein en de zuidzijde grenst aan de provinciale weg. Door de groei van omliggende bedrijventerreinen Hoogveld en Loopkant-Liessent en de komst van de Rondweg Volkel (N264) is het buurtschap met van oorsprong een open landelijk karakter komen te liggen binnen hoog-stedelijk gebied.

1.4.3 Groenblauwe mantel Boekel     

De aanleg van een nieuwe randweg aan de zuidwest- en westkant van Boekel snijdt tussen Het Goor en Kiesbeemd een beperkt deel af van het werkingsgebied Groenblauwe mantel in de Interim omgevingsverordening. De gemeente heeft verzocht dit deel dat binnen de randweg valt uit het werkingsgebied Groenblauwe mantel te verwijderen vanwege de barrièrewerking van de weg.

1.4.4 Groenblauwe mantel Breda     

De gemeente Breda heeft het college van GS verzocht om ter plaatse van het Bouwluststraatje 15 de Groenblauwe mantel te wijzigen in Gemengd landelijk gebied en net ten zuiden daarvan ter compensatie een gebied van Gemengd landelijk om te zetten in Groenblauwe mantel. De wijziging van ongeveer 4,3 ha te verwijderen Groenblauwe mantel is nodig om een permanente teeltondersteunende kas van 5.000 m² te realiseren voor het daar gevestigde bedrijf. De bedrijfsvoering kan daarmee worden geoptimaliseerd, verduurzaamd en toekomstbestendig worden gemaakt. De Interim omgevingsverordening staat de bouw van een dergelijke kas in de groenblauwe mantel niet toe.

Het verzoek is beoordeeld op het gebied van water, landschap en klimaat. Gelet op onder andere de historische, feitelijke en planologische situatie is de vanuit de gemeente voorgestelde begrenzing logisch. Deze wijziging van de begrenzing sluit aan bij de doelstellingen van de Groenblauwe mantel. De landschappelijke waarden van de gronden ten zuiden van het Bouwluststraatje 15 die worden toegevoeg aan de Groenblauwe mantel zijn niet heel hoog. Deze gronden zijn echter wel gelegen in de strook nieuw bos en nabij het zoekgebied uitbreiding bossen, zoals aangekondigd in de ontwerp Omgevingsvisie Breda. Tevens bevindt zich nog iets verder zuidwaarts het gesloten bosachtige gebied van de Vloeiweide. Het is dan ook logischer om het werkingsgebied Gemengd landelijk gebied ter plaatse van de gronden verder zuidwaarts van het Bouwluststraatje 15 aan te passen naar Groenblauwe mantel. Het gebied dat de status Groenblauwe mantel krijgt, grenst aan het NNB wat ook gunstig is.

1.4.5 Glastuinbouw-doorgroeigebied Boterwijksestraat Oirschot     

De gemeente Oirschot heeft in een inspraakreactie op het ontwerp van de Omgevingsverordening verzocht om het Glastuinbouw-doorgroeigebied nabij de Boterwijksestraat (nabij Hoolkot) te verwijderen. Daarbij wordt aangegeven dat de doorontwikkeling van glastuinbouw in dit gebied in strijd is met de gemeentelijke omgevingsvisie en het in voorbereinding zijnde landschapskwaliteitsplan. Ook spelen er geen concrete initiatieven, maar zijn er wel zorgen van omwonenden over uitbreiding, vanwege deze aanduiding in de Interim omgevingsverodening.

Zoals aangegeven bij de beantwoording van deze inspraakreactie kunnen we ons in beginsel vinden in dit verzoek, waarbij het van belang is om een kans tot inspraak te bieden. Vandaar dat de verwijdering van het gehele Glastuinbouw-doorgroeigebied is opgenomen in het ontwerp van deze wijziging van de IOV. Ook is de gemeente verzocht om over dit verzoek in overleg te treden met de in het gebied aanwezige bedrijven wiens belangen worden geraakt.

1.4.6 Beperkingen veehouderij Pastoor van Winkelstraat Schaijk, Maashorst     

De gemeente Maashorst heeft in een inspraakreactie op het ontwerp van de Omgevingsverordening verzocht om nabij de Pastoor van Winkelstraat Beperkingen veehouderij toe te voegen. Het gebied kenmerkt zich volgens de gemeente door zijn lintbebouwing en ligging dichtbij het stedelijk gebied/de bebouwde kom. De afgelopen jaren heeft transformatie van het gebied plaatsgevonden, waarbij diverse veehouderijen zijn beëindigd en woningen zijn toegevoegd. De gemeente wenst deze transformatie door te zetten, waarvoor ook diverse plannen in procedure zijn. Om ongewenste ontwikkelingen van intensieve veehouderij rondom de bebouwde kom te beperken heeft de gemeente 'Pas op de plaats-Beleid' vastgesteld. Aanvullend op dit beleid wordt verzocht de aanduiding 'Beperkingen veehouderij' op te nemen op deze locatie.

Zoals aangegeven bij de beantwoording van deze inspraakreactie op het ontwerp van de Omgevingsverordening vinden wij het niet opportuun om zonder inspraakprocedure het werkingsgebied Beperkingen veehouderij op te nemen. Vandaar dat de toevoeging van Beperkingen veehouderij is opgenomen in het ontwerp van deze wijziging van de IOV. Ook is de gemeente verzocht om over dit verzoek in overleg te treden met de in het gebied aanwezige bedrijven wiens belangen worden geraakt.

1.5.1 Natuur Netwerk Brabant     

1.5.2 Stedelijk gebied     

Op basis van vastgestelde en in werking getreden bestemmingsplannen voor nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen en dergelijke worden deze nieuwe stedelijke uitbreidingen toegevoegd aan het 'Stedelijk gebied'. Bij het aanpassen van deze grenzen in samenhang met geldende plannen kan ook het verwijderen van meestal kleinere delen stedelijk gebied aan de orde zijn.

Soms kunnen er daarbij enige afwijkingen zijn ten opzichte van de grenzen van een bestemmingsplan. Vanuit provinciale optiek zijn namelijk niet de komgrenzen doorslaggevend voor de vraag of een locatie tot stedelijk gebied behoort, maar de aanwezige ruimtelijke kenmerken zoals bebouwingsstructuur, -dichtheid en type functies. In komplannen kunnen bijvoorbeeld om praktische redenen ook percelen met een agrarische bestemming zijn opgenomen. Als deze aan de rand liggen, dan worden deze niet meegenomen in het stedelijk gebied in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. In het geval er in of aan de rand van het buitengebied grote of diepe vlakken met een bestemming Wonen zijn opgenomen op basis van de kadastrale eigendommen, is het vanuit de verordening wenselijk om alleen de strook langs de weg met daarin erf, woning en nabijgelegen bijgebouwen op te nemen.

1.5.3 Regionale waterkering     

Met de aanleg van de nieuwe regionale kering Beukenhorst tussen de spoorlijn Eindhoven - Den Bosch en de A2 wordt de bebouwde kom van de gemeente Vught ten oosten van de spoorlijn beschermd tegen inundaties uit de Essche Stroom. Deze nieuwe regionale kering vervangt de regionale keringen BHES37 en EW-1 ten westen van de Essche Stroom. Door, in plaats van verbetering, middels afwaardering de status van regionale kering van deze beide keringen te laten vervallen zal het achterliggende waterbergingsgebied hiermee functioneler worden.

1.5.4 Op basis van hogere regelgeving     

Wijzigingen in kaartmateriaal van het Rijk dat verplicht overgenomen moet worden in de Interim omgevingsverordening, of andere besluitvorming van het Rijk die door moet werken. Bijvoorbeeld de grens van een defensieterrein dat geen deel uit mag maken van het Natuur Netwerk Brabant, of een vastgesteld tracébesluit voor een rijksweg. Omdat hier al inspraak op is geweest, is nogmaals inspreken op de uit de rijksbesluiten voortvloeiende wijzigingen in de IOV niet aan de orde en worden de aanpassingen direct doorgevoerd bij de vaststelling van de wijzigingsverordening.

Deze categorie is niet aan de orde in deze wijzigingsverordening.

1.5.5 Op basis van een besluit van Provinciale Staten     

Werkingsgebieden die geactualiseerd moeten worden op basis van een besluit van Provinciale Staten, bijvoorbeeld de vaststelling van een inpassingsplan dat leidt tot andere grenzen van het NNB of de wijziging van een andere provinciale verordening. Ook een wijziging van een andere provinciale verordening met kaartmateriaal kan gevolgen hebben voor de vergelijkbare aanduiding in de Interim omgevingsverordening. Daarbij is het uitgangspunt dat er geen inspraak op inspraak plaats vindt, net als bij geldende bestemmingsplannen die duidelijk één-op-één in het kaartmateriaal van de verordening opgenomen kunnen worden. Inspraak en rechtsbescherming is dan al in de eerdere procedure aan de orde geweest. Alleen indien de kaartaanpassing van de verordening niet eenduidig voortvloeit uit de kaarten bij het inpassingsplan, wordt de voorgenomen wijziging opgenomen in het ontwerpplan.

In deze wijziging van de IOV zijn de herbegrenzingen doorgevoerd van het NNB met bijbehorende lagen die samenhangen met de provinciale inpassingsplannen Logistiek park Moerdijk en Natuurgebied Westelijke Langstraat.

1.6.1 Alphen-Chaam: plan Goedentijd 66b - Natuur Netwerk Brabant     

Het plangebied is gelegen aan de Goedentijd 66b te Alphen, wat is gelegen in het buitengebied van de gemeente Alphen-Chaam. De bebouwde kom van Alphen is gelegen op een afstand van circa 750 meter ten zuidwesten van het plangebied. Het plan betreft de uitbreiding van een houthandelsbedrijf voor onder meer buitenopslag, dat thans nog wordt doorsneden door een waterloop die ingevolge de verbeelding in de IOV is gelegen in het werkingsgebied NNB. Aangezien de uitbreiding tevens is gesitueerd in het NNB, is het plan op dit onderdeel in strijd met de IOV zonder een grenswijziging van het werkingsgebied. Het herbegrenzingsverzoek voorziet hierin.

Wij constateren dat ter plaatse van deze waterloop en ook op een groot deel ervan ten noorden van het plangebied geen opgave ligt voor het Waterschap om ter plaatse een EVZ te realiseren, waardoor de aanduiding NNB ter plaatse niet terecht is en deze vanwege een kennelijke onjuisheid in de begrenzing van de verbeelding dient te worden verwijderd op basis van het bepaalde in artikel 5.3, lid 1, sub d, van de IOV.

1.6.2 Goirle: plan Zuidrand Goirle, locatie van Besouw fase 2 - Behoud en herstel watersystemen     

Dit bestemmingsplan maakt onderdeel uit van de integrale gebiedsontwikkeling van de zuidrand van Goirle, waarbij dit specifieke plan voorziet in de wijziging van de bedrijfsbestemming van het voormalige fabriekspand van Besouw ten behoeve van woningbouw. Grenswijziging van de aanduiding 'behoud en herstel watersystemen' is nodig vanwege de aangepaste ligging van het bestaand stedelijk gebied ten opzichte van de Oude en Nieuwe Leij, waarvoor de aanduiding 'behoud en herstel watersystemen' op dit gebied op de kaart van de IOV gelegd is. Overlap met het bestaand stedelijk gebied wordt hiermee voorkomen. Wij verlenen hier medewerking aan omdat de 'behoud en herstel watersystemen' gezien de ligging binnen het bestaand stedelijk gebied (en de nieuwe woonbebouwing) geen functie meer heeft en deze niet kan vervullen op grond van artikel 3.27 IOV. Overigens heeft dit geen gevolgen voor het aangrenzende watersysteem, waarvoor de aanduiding 'behoud en herstelwatersystemen' gehandhaafd blijft.

1.6.3 Bergen op Zoom: plan Snelfietsroute Bergen op Zoom-Roosendaal - Natuur Netwerk Brabant     

Gemeente Bergen op Zoom is voornemens het snelfietspad F58 te realiseren, daarmee wordt het bestaande fietspad aan de Ruytershoveweg verbreed en ontstaat een snelfietspad verbinding tussen Roosendaal en Bergen op Zoom. Omdat delen hiervan gelegen zijn in het NNB en deze ontwikkeling niet overeenstemt met het doel en de bijbehorende regels van het NNB kan de ontwikkeling niet plaatsvinden zonder een herbegrenzing. Omdat aan de voorwaarden voor een kleinschalige herbegrenzing wordt voldaan en voldoende wordt gecompenseerd is het NNB aangepast.

1.6.4 Nuenen: plan Gulbergen fietspad Helmond-Eindhoven - Natuur Netwerk Brabant     

Het plan voorziet in een doorgaande fietsroute tussen Helmond en Eindhoven, welke ook over het grondgebied van Nuenen loopt. Deze fietsroute loopt parallel aan het spoor en is in het vigerend plan al mogelijk. Omdat er kleine aanpassingen worden doorgevoerd is dit bestemmingsplan opgesteld.

Het fietspad is bijna volledig gelegen in de Groenblauwe mantel. Op 2 puntjes raakt deze echter ook het NNB. Omdat het fietspad niet is toegestaan binnen het NNB wordt het NNB hier verwijderd en hiervoor in de plaats wordt Landelijk gebied en Groenblauwe mantel toegevoegd.
Wij kunnen instemmen met dit verzoek tot herbegrenzing omdat in de bij het plan behorende stukken goed is onderbouwd dat wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de IOV voor een kleinschalige herbegrenzing. De financiële compensatie die is uitgewerkt voor deze kleinschalige aantasting van het NNB is op de juiste wijze berekend en geborgd in het plan.

1.6.5 Meierijstad: plan Antoniusstraat 15, Keldonk - Stedelijk gebied     

Het bestemmingsplan maakt de realisatie van woningen mogelijk aan de Antoniusstraat in Keldonk (gemeente Meierijstad). Deze ontwikkeling ligt deels binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in deze mate niet toegestaan en het bestemmingsplan zou daarom geen doorgang kunnen vinden.

In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De nieuwe woonwijk ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan en er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.

1.6.6 Maashorst: plan Ontwikkeling Voor-Oventje, 't Oventje - Stedelijk gebied     

Het plan ziet op het oprichten van in totaal ruimte aan 10 woningen. Het betreft 5 starterswoningen en 5 levensloopbestendige woningen voor senioren.

De locatie is gelegen in het buurtschap Voor-Oventje. Voor dit buurtschap geldt op grond van IOV de structuur bestaand stedelijk gebied. Echter niet voor het gehele gebied waarin veel bebouwing en functies aanwezig zijn.

In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3.

Ter plaatse van deze ontwikkeling vigeert het bestemmingplan voor Kom Zeeland en Kom Voor-Oventje uit 2014 en de locatie zelf kent een woonbestemming en een horecabestemming. De locatie ligt in IOV aangrenzend, maar buiten het bestaand stedelijk gebied. Gelet op de vigerende planologische situatie zien wij met de herbegrenzing een logische afronding van het bestaand stedelijk gebied in het buurtschap Voor-Oventje. Herbegrenzing is gezien vanuit feitelijke omstandigheden ook op zijn plaats.

1.6.7 Altena: plan Uitbreiding SRBT Giessen - NNB ecologische verbindingszone     

Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van het subregionale bedrijventerrein De Rietdijk gelegen ten zuidoosten van de kern Giessen. Het wordt een gemengd bedrijventerrein met een netto omvang van circa 10 ha. Langs de noord, oost- en zuidzijde van het terrein zal een ecologische verbindingszone (NNB-EVZ) worden aangelegd. Deze zal een belangrijke schakel vormen in de verbinding tussen de natuurgebieden Pompveld en Struikwaard.

Een grenswijziging van de aanduiding 'Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone' (NNB-EVZ) is noodzakelijk, omdat de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de oostzijde deels samenvalt met de aanduiding van de ecologische verbindingszone en bestemmingen binnen deze zone moeten strekken tot bescherming en verwezenlijking van deze ecologische verbindingszone (NNB-EVZ). Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB-EVZ hier van toepassing is.

Omdat het plan behalve in de verplaatsing van de ecologische verbindingszone, tevens voorziet in de inrichting en versterking van deze zone (NNB-EVZ) wordt met dit bestemmingsplan voldaan aan artikel 3.21 IOV en artikel 3.25 IOV. De realisering en bescherming van de ecologische verbindingszone is voldoende geborgd in de planregels en bijbehorende bijlagen.

In de toelichting van het bestemmingsplan Uitbreiding SRBT Giessen en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.8 Land van Cuijk: plan Esharen, hof van Esteren, fase 3 - Stedelijk gebied     

Het bestemmingsplan Hof van Esteren, fase 3 voorziet in de bouw van 26 woningen ten zuiden van de Cuyksesteeg. Deze ontwikkeling ligt binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in deze mate niet toegestaan en het bestemmingsplan zou daarom geen doorgang kunnen vinden. In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De nieuwe woonwijk ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan en er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.

1.6.9 Altena: plan Uitbreiding kern Werkendam (2e fase) - Verstedelijking afweegbaar     

Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van 150 woningen in het buitengebied van Werkendam. Het bestemmingsplan is fase 2 van een uitbreiding van in totaal 300 woningen. Volgens het provinciaal beleid is de ontwikkeling gelegen in het gemengd landelijk gebied. Daarbij is een deel van het gebied gelegen in het werkingsgebied Verstedelijking afweegbaar. Een deel van de ontwikkeling is nog niet gelegen in het gebied verstedelijking afweegbaar en is daarmee strijdig met het provinciaal beleid. Wij hebben met waardering kennisgenomen van het bestemmingsplan uitbreiding kern Werkendam fase 2. Het plan is goed uitgewerkt en houdt voldoende rekening met onze provinciale belangen. Qua opzet en uitstraling sluit het plan ook goed aan bij fase 1. Daarbij is de groene en blauwe dooradering passend in het gebied. Gezien de aard van het plan en de passendheid in het gebied zien wij een toegevoegde waarde aan de medewerking voor de herbegrenzing. Het plan zet door op fase 1 en voorziet ook in de benodigde woningbehoefte van de kern Werkendam.

1.7.1 Algemeen     

Een actualisatie van een legenda-eenheid kan indirect ook gevolgen hebben voor een andere kaartlaag op dezelfde kaart en/of op een andere kaart bij de verordening. Deze 'afgeleide' wijzigingen worden ook in deze wijzigingsverordening opgenomen.

Soms is er heel direct sprake van communicerende vaten: waar aan een legenda-eenheid iets wordt toegevoegd, moet datzelfde van een andere verwijderd worden. Zo leidt het verwijderen van 'Attentiezone waterhuishouding' tot een overeenkomstige toevoeging aan het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding'.

Vaak is deze samenhang in gebieden wat minder duidelijk en vloeit deze voort uit de technische opbouw van de verordening of omdat onderwerpen inhoudelijk samenhang met elkaar hebben. De 'afgeleide' wijzigingen zijn daarom hieronder nader toegelicht.

1.7.2 Basis kaartopbouw     

In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant sluiten het 'Stedelijk gebied', het 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Landelijk gebied' op elkaar aan en overlappen niet.

Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende werkingsgebied, dat soms ook op een andere kaart voor kan komen. Er kan bijvoorbeeld niet volstaan worden met het toevoegen van het NNB, er moet op die plek ook de tot dan toe geldende legendaeenheid uit het genoemde rijtje worden verwijderd.
Het toevoegen van 'Stedelijk gebied' betekent op zijn beurt dat daar meestal 'Landelijk gebied' verwijderd moet worden.

Het Landelijk gebied kent verder een onderverdeling in 'Groenblauwe mantel' en 'Gemengd landelijk gebied'. Waar een perceel wel 'Landelijk gebied' blijft, maar uit de 'Groenblauwe mantel' verwijderd wordt, zal 'Gemengd landelijk gebied' moeten worden toegevoegd en andersom.

Bij het verwijderen van het NNB wordt voor de nieuwe invulling gekeken naar de omringende werkingsgebieden. De hoofdregels voor toekenning van een ander werkingsgebied aan de gronden waar NNB is verwijderd zijn als volgt:

• het vlak grenst aan de 'Groenblauwe mantel': het vlak wordt toegevoegd aan 'Landelijk gebied' en de 'Groenblauwe mantel';
• het vlak raakt geen 'Groenblauwe mantel', maar wel 'Stedelijk gebied': het vlak wordt toegevoegd aan 'Stedelijk gebied';
• het vlak was volledig omringd door 'Gemengd landelijk gebied': het wordt toegevoegd aan 'Landelijk gebied' en 'Gemengd landelijk gebied';
• het vlak wordt volledig omringd door NNB: de toekenning is maatwerk.
• Bij smalle lange vlakken kan het gebeuren dat deze deels aan de 'Groenblauwe mantel' en deels aan 'Gemengd landelijk gebied' grenzen. Dan zal het toegevoegde 'Landelijk gebied' op vergelijkbare wijze verdeeld worden over die twee nadere typeringen.

1.7.3 Wijzigingen als gevolg van aanpassing Stedelijk gebied     

Een aanpassing van 'Stedelijk gebied' kan ertoe leiden dat een aantal andere werkingsgebieden mee wijzigt. Dat doet zich voor bij 'Beperking veehouderij', 'Cultuurhistorisch waardevol gebied', en 'Attentiezone waterhuishouding'.

Waar deze op de kaart aansluiten aan het 'Stedelijk gebied' schuift de grens van deze gebieden mee met de verplaatsing van de grens van het 'Stedelijk gebied' zodat ze daar op aan blijven sluiten.

Voor 'Verstedelijking afweegbaar' geldt dat deze aanduiding kan vervallen op de locaties waar Stedelijk gebied wordt toegevoegd.

1.7.4 Wijzigingen als gevolg van aanpassing Natuur Netwerk Brabant     

Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Interim omgevingsverordening een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB. Hier moet de gemeente regels in het bestemmingsplan opnemen om verdroging te voorkomen, bijvoorbeeld een vergunningplicht voor werkzaamheden die verdrogend kunnen werken.

Daarnaast kent de IOV ook een gebied 'Beperkingen veehouderij' dat als een beschermingszone rondom het NNB ligt. NNB percelen moeten in ieder geval altijd deel uitmaken van het gebied 'Beperkingen veehouderij'.

De wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB in deze wijzigingsverordening kunnen daardoor ook leiden tot aanpassing van de grens van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Beperkingen veehouderij'.

Toevoeging van percelen NNB op een locatie waar nog geen 'Beperkingen veehouderij' ligt zorgt ervoor dat het perceel in kwestie bij deze wijzigingsverordening wordt toegevoegd aan 'Beperkingen veehouderij'.

Toevoeging van percelen NNB aan de rand van een gebied met natte natuur kan ertoe leiden dat de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding' mee op moet schuiven. Waar het toevoegen van NNB daar aanleiding toe geeft worden er bij de vaststelling van deze wijzigingsverordening ook toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen. Andersom geldt ook, dat verwijdering van percelen aan de rand van het NNB ertoe kan leiden dat de Attentiezone aan de nieuwe grens moet worden aangepast en ook kleiner kan worden.

1.7.5 Wijziging van het gebied Geen attentiezone waterhuishouding     

In hoofdstuk 2 van de Interim omgevingsverordening zijn regels opgenomen die verbonden zijn aan het gebied waar de 'Attentiezone waterhuishouding' níet ligt.

Een toevoeging van percelen aan de 'Attentiezone waterhuishouding' zoals beschreven in de paragrafen hierboven betekent dus dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart 'Rechtstreekse werkende regels: milieubeschermingsgebieden, natuur en wegen' kleiner wordt. Andersom betekent een verwijdering van de attentiezone dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart groter wordt.

1.7.6 Bijkomende wijzigingen in de normen voor wateroverlast     

In hoofdstuk 4 van de IOV zijn normen voor wateroverlast opgenomen waar de waterschappen rekening mee moet houden. De normen zijn verbeeld op de kaart 'Instructieregels voor waterschappen: watersystemen, -veiligheid en -berging'.
Deze normen hangen onlosmakelijk samen met de functie van de gronden en zijn bijvoorbeeld soepel in natuurgebieden en het strengst in stedelijk gebied. Daarom hebben de wijzigingen van het NNB, 'Stedelijk gebied', 'Regionale waterberging' en 'Reservering waterberging' automatisch ook gevolgen voor de normen wateroverlast die horen bij de instructieregels voor het waterschap. Er wordt altijd een norm voor wateroverlast toegekend. Wanneer gronden bijvoorbeeld niet langer deel uitmaken van het Natuur Netwerk Brabant maar 'gewoon' landelijk gebied worden brengt met zich mee dat de voor NNB geldende status 'normvrij' verwijderd moet worden en op dezelfde plek de norm voor wateroverlast buiten stedelijk gebied moet worden toegevoegd.

Het los in beeld brengen van de vele verspreide kleine wijzigingen en dan ook nog zowel de verwijderingen als de toevoegingen, zou leiden tot een onleesbare kaart. Daarom is ervoor gekozen om in de toelichting bij het ontwerp inzicht te geven in de achterliggende principes die leiden tot de toedeling van normen en bij de vaststelling van kaartaanpassingen 2022 een geheel geactualiseerde laag voor de normen wateroverlast in het besluit op te nemen.

De hoofdregels voor de toekenning van de normen voor wateroverlast zijn als volgt:

• De strengste normen gelden in het stedelijk gebied zoals dat is opgenomen in de IOV. Hier is sprake van twee normen: in een gebied met 's-Hertogenbosch en een aantal omliggende plaatsen (soms in stukken afgekort als HoWaBo) geldt een gezamenlijk afgesproken aparte norm.
• Gronden die zijn aangewezen als Natuur Netwerk Brabant, regionale waterberging, reservering waterberging en overig oppervlaktewater zijn normvrij.
• In het overige buitengebied is de norm afhankelijk van het grondgebruik - voor bebouwing, akker of weiland bijvoorbeeld.