Plan: | Partiële Herziening Windenergie A16 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipWindA16PHerz1-va02 |
Nadat door Provinciale Staten het provinciaal inpassingsplan op 28-9-2018 is vastgesteld, is gebleken dat er een beperkt aantal ondergeschikte tekortkomingen en omissies kleven aan het inpassingsplan en per abuis de bedoeling van Provinciale Staten op een beperkt aantal onderdelen niet juist in de regels of op de verbeelding is vertaald. Deze omissies kunnen gerepareerd worden door middel van een partiële herziening van het provinciaal inpassingsplan. De partiële herziening dient zo spoedig mogelijk, maar in elk geval vóórafgaand aan de zitting bij de Raad van State te zijn vastgesteld. De Raad van State kan in dat geval verzocht worden om bij haar uitspraak omtrent de ingestelde beroepen rekening te houden met deze partiële herziening.
De globale verwachting is dat medio 2019 de zitting zal plaatsvinden en eind 2019 uitspraak zal worden gedaan.
Externe veiligheid windturbines Nieuwveer.
Binnen het cluster Zonzeel/Nieuwveer worden aan de oostzijde van de rioolwaterzuiveringsinstallatie 2 windturbines mogelijk gemaakt. Eén van deze 2 windturbines, namelijk turbine B7 zal met de mastvoet op een afstand van ca. 199 meter van de mastvoet van de bestaande windturbine De Kroeten worden gerealiseerd. Vaststaat dat turbine De Kroeten binnen 4 jaar buiten bedrijf zal worden genomen.
Vanwege de korte onderlinge afstand is het bij oostenwind niet mogelijk om de Windturbine De Kroeten en de Windturbine B-7 gelijktijdig te laten draaien, aangezien dit leidt tot ernstige dynamische belastingen (turbulentie) op Windturbine De Kroeten die niet zijn voorzien in het ontwerp van de windturbine. Ter voorkoming van turbulentie op de bestaande windturbine bij de Kroeten zal sectormanagement toegepast worden. Wanneer de wind uit het oosten komt, zal de windmolen op de Kroeten worden stilgezet.
Voor de duur van het gelijktijdig draaien van deze turbines is het voor het borgen van externe veiligheid noodzakelijk om nadere regels op te nemen in het provinciaal inpassingsplan.
Daarbij zal onder artikel 3.4 een nadere gebruiksregel worden opgenomen.
Voorstel
Onder artikel 3.4 wordt sub c en d toegevoegd met de nadere regel.
Sub c. het in gebruik nemen en houden van windturbine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – ev 2' is slechts toegestaan indien een stilstandsvoorziening, om onaanvaardbare turbulentie bij de bestaande turbine De Kroeten te voorkomen, wordt toegepast. De toe te passen stilstandsvoorziening behoeft goedkeuring van gedeputeerde staten. Indien de bestaande turbine De Kroeten is verwijderd of wordt stilgezet, hoeft deze stilstandsvoorziening niet te worden toegepast.
Sub d. Indien de bestaande turbine De Kroeten is verwijderd of is stilgezet, hoeft de stilstandsvoorziening als bedoeld in lid 3.4 onder c niet te worden toegepast.
Cumulatieve slagschaduw.
Binnen windpark A16 wordt als uitgangspunt gehanteerd dat – uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening – alle inrichtingen die het inpassingsplan toestaat gezamenlijk maximaal 5 uur en 40 minuten slagschaduw mogen veroorzaken op gevoelige objecten. Dat is strenger dan de norm als bedoeld in artikel 3.12 Activiteitenregeling. Gedeputeerde Staten hebben daartoe maatwerkvoorschriften gesteld. In het kader van toezicht- en handhavingsstrategie en in verband met het garanderen van een goed woon- en leefklimaat is besloten deze cumulatieve slagschaduwnorm van 5 uur en 40 minuten tevens in de planregels van het inpassingsplan te borgen.
Voorkomen dient te worden dat bij splitsing van een omgevingsvergunning een situatie ontstaat waarin de maatwerkvoorschriften niet worden doorvertaald en gecumuleerd meer slagschaduw wordt ervaren dan 5.40 uur.
Voor de term 'gevoelig object' is daarbij aangesloten bij artikel 1.1 van het Activiteitenbesluit.
In verband hiermee zal onder artikel 3.4 een nadere gebruiksregel worden opgenomen.
Voorstel
Onder artikel 3.4 wordt sub e toegevoegd met de nadere regel.
Sub e. het in gebruik nemen en houden van de windturbines is slechts toegestaan indien de windturbines gecumuleerd met andere windturbines op de voor 'Bedrijf-Windturbine' aangewezen gronden ter plaatse van gevoelige objecten ten hoogste 5 uur en 40 minuten slagschaduw veroorzaken.
Toevoegen aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-ev'.
Zoals hierboven is aangegeven wordt aan artikel 3.4 sub c een nadere gebruiksregel toegevoegd voor het regelen van de externe veiligheid voor het draaien van windturbine B7 en windturbine De Kroeten. In verband hiermee zal op de verbeelding voor windturbine B7 'specifieke bouwaanduiding - ev 2' worden toegevoegd.
Draaicirkel windturbine Hazeldonk
Binnen het cluster Hazeldonk is windturbine E2 voorzien op industrieterrein Hazeldonk. Bij het intekenen van het bestemmingsvlak en de overdraaicirkel op de verbeelding is ten tijde van de vaststelling van het provinciaal inpassingsplan van een te ruime cirkel uitgegaan. Met onderhavige partiële herziening worden bestemmingsvlak en de draaicirkel voor windturbine E2 conform de uitgevoerde onderzoeken op correcte wijze weergegeven op de verbeelding. De verbeelding zal op dit onderdeel voor windturbine E2 worden gecorrigeerd en aangepast.
Toegangswegen Klaverpolder
In artikel 8 van het provinciaal inpassingsplan zijn aanduidingsregels opgenomen. Onder 8.4 en 8.5 zijn regels opgenomen voor Windparkinfrastructuur 1 respectievelijk Windparkinfrastructuur 2. Binnen de eerste aanduiding kunnen behalve kabels en leidingen tevens onderhoudswegen, in- en uitritten en kraanopstelplaatsen voor de bouw en het onderhoud van de windturbines worden opgericht, terwijl binnen de tweede aanduiding uitsluitend kabels en leidingen kunnen worden opgericht.
Deze beide aanduidingen zijn weergegeven op de verbeelding.
Voor het cluster Klaverpolder blijkt dat de aanduidingen per abuis op een onjuiste locatie zijn geprojecteerd en bij turbine A6 zelfs ontbreekt. De verbeelding zal op dit onderdeel voor de betreffende windturbines binnen het cluster Klaverpolder worden aangevuld.
Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het inpassingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd. In dit kader voorziet de herziening niet in de realisatie van nieuwe ontwikkelingen. In het kader van het inpassingsplan Windenergie A16 zijn met de verschillende ontwikkelaars anterieure overeenkomsten gesloten waarin afspraken zijn gemaakt ten aanzien van het kostenverhaal en planschade.
Voor de herziening van het inpassingsplan is de wettelijk voorgeschreven procedure gevolgd. Het ontwerp van het inpassingsplan heeft hiervoor gedurende zes weken ter inzage gelegen. De resultaten hiervan zijn verwerkt in de nota zienswijze die is opgenomen als bijlage bij het vaststellingsbesluit.