Plan: | Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9930.ipgoloost-va02 |
Het inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost met identificatienummer NL.IMRO.9930.ipgoloost-va02 van de provincie Noord-Brabant.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma’s van Eisen op te stellen en/of te toetsen.
Onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
Gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen.
De waarden die verband houden met het zich in de bodem bevinden van voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen, die wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde van algemeen belang zijn;
Gebied gelegen rondom en binnen het Natuur Netwerk Brabant waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Zie artikel 1.30.
Objecten zoals benoemd in artikel 1, sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een ingreep die de bestemming van de grond verandert en/of waardoor het grondwaterpeil verandert of een grondbewerking.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Het creëren van waarden die gelijk zijn aan de waarden die verloren (dreigen te) gaan.
Waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
Een gevel als bedoeld in artikel 1b lid 4 van de Wet geluidhinder.
Zie artikel 1.40.
Een weg met een gemengd langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer, zonder rijrichtingsscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden.
Vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen, een voetgangerspontje en strandjes.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een weg met een regionale functie en een beperkte lokale functie, welke is gericht op het stromen op de wegvakken, terwijl het uitwisselen plaats vindt op kruispunten.
Woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen overeenkomstig artikel 1 van de Wet geluidhinder.
Gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant en de bijbehorende ecologische verbindingszone en die deze verbinden.
Een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, tunnels, viaducten, kademuren en dergelijke, alsmede voortbrengselen van de beeldende kunst.
Objecten zoals benoemd in artikel 1, sub I van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Weg, die uitsluitend bestemd is voor de ontsluiting van één of meer agrarische percelen en waar uitsluitend langzaam verkeer en lokaal landbouwverkeer zijn toegelaten.
De verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurelementen, zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes.
De aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking.
De hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het gebouw, bouwwerk of windturbine.
Het programma aan maatregelen op onder meer het gebied van verkeer, ecologie en water, in de Oostelijke Langstraat tussen het Ei van Drunen en 's-Hertogenbosch, dat gezamenlijk de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost omvat. Het programma betreft de volgende maatregelen:
Maatregelen om de nadelige gevolgen van de voorgenomen activiteit voor het milieu te voorkomen of te beperken.
Inrichting bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht.
Samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
Vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden.
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
Een gemarkeerde strook van een rijbaan, die voldoende breed is voor rijdende voortuigen, met uitzondering van busstroken, op- en afritten, in- en uitvoegstroken, aansluitingen en opstelplaatsen.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Fietspaden bedoeld voor de afwikkeling van (regionaal) fietsverkeer en uitsluitend bedoeld voor fietsverkeer en ander langzaam verkeer.
Voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, bergings- en infiltratievoorzieningen, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
De hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de vergunning, afwijking of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.
Voor het openbaar verkeer openstaande weg met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
Een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf de bovenkant verharding van de weg tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals hekwerken, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan het diepste punt in de ondergrond van de ingreep.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen. Voor deze gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden en het betrokken waterschapsbestuur is gehoord.
De voor Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Binnen 2 jaar na oplevering van de randweg Vlijmen met aansluitingen op het onderliggende wegennet dient voorzien te zijn in de aanleg, behoud en ontwikkeling van laanbeplanting langs de Gemeint (aan twee zijden), de Randweg Vlijmen voor zover gelegen in de Biessertpolder (aan twee zijden) en de Engelenseweg (aan één zijde).
Binnen 2 jaar na de oplevering van de parallelweg met snelfietsroute in Nieuwkuijk dient voorzien te zijn in de aanleg, behoud en ontwikkeling van (laan)beplanting langs de parallelweg, voorzover de noodzakelijke geluidwerende voorzieningen zoals bedoeld in artikel 5.1 onder h en 5.3.2 dit mogelijk maken.
Het kappen van bomen op de gronden met de bestemming 'Verkeer' ten oosten van de Gemeint, tussen de nieuwe randweg Vlijmen en de Meerheuvelweg, is uitsluitend toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De gronden met de bestemming 'Verkeer' direct grenzend aan het Natuur Netwerk Brabant, de aanduiding 'ecologische verbindingszone en/of de bestemming 'Natuur' mogen uitsluitend voor verkeersdoeleinden als bedoeld in artikel 5.1 onder a. tot en met c. in gebruik worden genomen wanneer is voldaan aan de voorwaarde, dat eventuele straatverlichting gericht is op de weg.
De gronden met de bestemming 'Verkeer' ter hoogte van de Voordijk 11 en 13 mogen uitsluitend voor verkeersdoeleinden als bedoeld in artikel 5.1 onder b in gebruik worden genomen en in gebruik zijn, indien:
tenzij aantoonbaar minimaal een vergelijkbare situatie bereikt kan worden door het nemen van andere maatregelen. Het bevoegd gezag dient alvorens een beslissing te nemen over andere maatregelen een schriftelijk advies te hebben ingewonnen bij een deskundige.
De voor 'Verkeer - Snelweg 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer - Snelweg 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en hiermee verband houdende:
Op of in deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen. Voor deze gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter.
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, naast de overige daaraan gegeven bestemming(en), primair bestemd voor:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor opslag van goederen, waaronder ook begrepen opslag van afvalstoffen of materiaal of stoffen die onder bepaalde omstandigheden brand of explosie kunnen opleveren.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Leiding - Brandstof' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 9.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, naast de overige daaraan gegeven bestemming(en), primair bestemd voor:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 10.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de
leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het
bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid
van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schríftelijk advies is ingewonnen bij
de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor opslag van goederen, waaronder ook begrepen opslag van afvalstoffen of materiaal of stoffen die onder bepaalde omstandigheden brand of explosie kunnen opleveren.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, naast de overige daaraan gegeven bestemming(en), primair bestemd voor:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waarde - Archeologie 's-Hertogenbosch' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen geldt dat binnen deze dubbelbestemming geen bouwwerkzaamheden zijn toegestaan, met een grondoppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,5 meter beneden maaiveld.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 12.2 voor bouwwerkzaamheden groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,5 meter, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door deze bestemming te laten vervallen als uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie Heusden 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met archeologische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
De in lid 13.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie Heusden 2' wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
De voor 'Waarde - Archeologie Heusden 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met archeologische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
De in lid 14.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie Heusden 3' wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
De voor 'Waarde - Archeologie Heusden 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met archeologische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, dat op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken mogen worden gebouwd indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of deze waarden weliswaar aanwezig zijn, maar deze niet worden geschaad, met dien verstande dat een geen archeologisch onderzoek is vereist in het geval dat:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
De in lid 15.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie Heusden 4' wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van het waterbergend vermogen.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden:
In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden geen gebouwen worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van de waterkering mogen worden opgericht tot een maximale bouwhoogte van 3 meter.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2 voor het bouwen van bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan binnen de andere daar voorkomende bestemming(en), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 20.1.1 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Tot een gebruik strijdig met de in het plan opgenomen bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Behoudens het bepaalde in lid 22.1.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 22.1.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 22.1.1 genoemde vergunning kan -gehoord het ter plaatse bevoegde waterstaatsgezag- slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - behoud en herstel watersystemen' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bedoeld voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - in Verordening ruimte te verwijderen Natuur Netwerk Brabant' worden de gronden onttrokken aan het Natuur Netwerk Brabant en bijbehorende gebiedsbescherming.
Behoudens het bepaalde in lid 22.5.3, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op en in lid 22.5.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
Het in lid 22.5.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in lid 22.5.2 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien de aanwezige ecologische waarden en kenmerken niet onevenredig worden aangetast en er geen negatieve effecten optreden in aangrenzende Natura 2000-gebieden.
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kunnen burgemeester en wethouders door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%.
De gemeenteraden van de gemeenten 's-Hertogenbosch en Heusden zijn na onherroepelijk worden van dit inpassingsplan bevoegd een bestemmingsplan vast te stellen voor de gronden waarop dit inpassingsplan betrekking heeft.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan 'Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost'.