In deze verordening wordt verstaan onder:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.IOVHB0855Elisabeth-va01, met de bijbehorende regels.
In verband met het bestemmingsplan St Elisabethziekenhuis e.o. 2009 1e herz (Zorgcampus) wordt in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant de begrenzing van de volgende werkingsgebieden gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijzigingsverordening en beschreven als volgt:
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Natuur Netwerk Brabant' toegevoegd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Natuur Netwerk Brabant' verwijderd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Stedelijk gebied' toegevoegd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Stedelijk gebied' verwijderd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Attentiezone waterhuishouding' toegevoegd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Attentiezone waterhuishouding' verwijderd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Geen Attentiezone waterhuishouding' toegevoegd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Geen Attentiezone waterhuishouding' verwijderd;
Nabij de Leijweg wordt 'Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone' toegevoegd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone' verwijderd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Beperkingen Veehouderij' toegevoegd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Beperkingen veehouderij' verwijderd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Norm wateroverlast Normvrij gebied' verwijderd;
Nabij de Leijweg, te Tilburg wordt 'Norm wateroverlast Stedelijk gebied' toegevoegd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Norm wateroverlast Stedelijk gebied' verwijderd;
Tussen de Hilvarenbeekseweg en de Alpenlaan te Tilburg wordt 'Norm wateroverlast Normvrij gebied' toegevoegd.
Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze wijzigingsverordening wordt aangehaald als: Wijziging Interim omgevingsverordening ivm plan St. Elisabethziekenhuis eo 2009 Zorgcampus, Tilburg
Het bestemmingsplan St Elisabethziekenhuis e.o. 2009 1e herz (Zorgcampus) is een herziening van het geldende bestemmingsplan voor de uitbreiding van het St Elisabethziekenhuis in Tilburg. De wijziging zorgt voor de mogelijkheid tot herontwikkeling van het ziekenhuis. Er is sprake van sloop en nieuwbouw van het gehele ziekenhuis, de realisatie van een ecologische zone, een veranderende parkeer- en verkeerssituatie en een verschuiving van de hoofdingang. De volledige vernieuwing van het ETZ zal gefaseerd en over een lange periode plaatsvinden (2025-2050). Het ETZ Elisabeth heeft een masterplan opgesteld gericht op de ontwikkeling van een nieuw ziekenhuis en het omliggende gebied.
Het voornemen bestaat om de locatie aan de Hilvarenbeekseweg 60 te Tilburg (bekend als ETZ Elisabeth) te herontwikkelen, waarbij sprake gaat zijn van de sloop van een deel van de huidige bebouwing en van (gefaseerde) nieuwbouw. Een gedeelte van deze nieuwe ontwikkeling valt samen met de gronden waarvoor in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: IOV) het Natuur Netwerk Brabant (hierna: NNB) is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Onderhavig bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is. Dit geldt ook voor een gedeelte van het plangebied dat ligt binnen de werkingsgebieden Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone en Attentiezone waterhuishouding.
In het ontwerpbestemmingsplan is daarom in een voornemen tot verzoek om herbegrenzing van het NNB in de IOV voorzien, waarvoor in de plaats Stedelijk gebied wordt toegevoegd. Ook in de wijziging van de begrenzing van de overige werkingsgebieden zoals genoemd in het vorige hoofdstuk is in het ontwerpplan voorzien.
Dit is gebaseerd op mogelijkheden die de IOV bevat voor aanpassing van grenzen ten behoeve van bestemmingsplannen. Meer informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 3 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.
Het voornemen om ons te verzoeken de grenzen van 'Natuur Netwerk Brabant' (NNB) en de overige werkingsgebieden, genoemd in paragraaf 1.2, in de IOV voor het gemeentelijk plan aan te passen heeft samen met het gemeentelijk ontwerpplan ter inzage gelegen van 22 november 2021 tot en met maandag 3 januari 2022. Gedurende deze termijn was het mogelijk te reageren op het voorgenomen verzoek tot aanpassing van de IOV.
Er zijn drie reacties ingezonden op deze wijziging van de begrenzingen in de IOV, meer hierover in paragraaf 2.4.
Wij hebben besloten over te gaan tot het aanpassen van de begrenzingen in de IOV ten behoeve van het gemeentelijk plan.
In de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan St Elisabethziekenhuis e.o. 2009 1e herz (Zorgcampus) en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt zorgvuldig onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek om wijziging van het Natuur Netwerk Brabant wordt voldaan. Planologisch is dit op een juiste wijze door vertaald in het ontwerp van het gemeentelijk plan dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
In de volgende paragrafen gaan wij hier verder op in.
Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het St. Elisabethziekenhuis in Tilburg. Een deel van de herontwikkeling valt samen met het Natuur Netwerk Brabant (NNB) in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna: IOV). Hier moet een bestemming gericht zijn op behoud en ontwikkeling van natuur. Daarmee is de nieuwe bestemming maatschappelijk en de mogelijkheden die hiermee toe behoren in strijd met de aanduiding NNB. Vaststelling van het bestemmingsplan is daarom alleen mogelijk na aanpassing van de grenzen van het NNB in de IOV. Het plan voldoet aan de daarbij gestelde voorwaarden (o.a. op gebied van compensatie) en er worden verder geen provinciale belangen geschaad. Ook dient de ontwikkeling een groot maatschappelijk belang.
In de toelichting bij het bestemmingsplan, de bijlagen 'Nee tenzij-toets', 'Masterplan ETZ' en overige bijbehorende stukken wordt afdoende gemotiveerd dat het realiseren van de herontwikkeling van het St Elisabeth twee steden ziekenhuis van groot openbaar belang is en dat alternatieven zonder negatieve effecten op het Natuur Netwerk Brabant in dit geval niet in aanmerking komen
De overgelegde Nee tenzij-toets' d.d. 20 september 2021 voldoet aan artikelen 3.22 en 3.23 Interim omgevingsverordening. Voor de gronden waarvoor NNB-herbegrenzing wordt gevraagd wordt eveneens voldaan aan de regels met betrekking tot natuurcompensatie.
Natuurcompensatie ter realisatie van een ecologische verbindingszone
De gemeente Tilburg kiest ervoor om de compensatieopgave die voortkomt uit het project te realiseren ten zuidwesten van de locatie naast de Lei. Er is namelijk een ecologische verbindingszone gepland tussen natuurgebieden maar deze is op dit moment nog niet of nog niet helemaal verwezenlijkt. Daarom staat hiervoor een voorlopig tracé op de kaart van de verordening met een standaardbreedte. De natuurcompensatie voor het bestemmingsplan St. Elisabeth Ziekenhuis e.o. 2009, 1e herziening (Zorgcampus) wordt ingezet om delen van de gewenste ecologische verbindingszone te realiseren. Dit leidt tot een aanpassing van de kaart van de verordening, omdat de aanduiding van het voorlopige tracé vervangen wordt door de concrete locatie(s) waar natuur zal worden gerealiseerd. Omdat het gaat om een locatie die geen zoekgebied voor de EVZ meer betreft, vanwege de realisatie die in het vooruitzicht ligt, wordt direct NNB op de kaart van de IOV toegevoegd. De toevoeging aan een EVZ kan soms ook op een andere locatie zijn dan het oorspronkelijk op kaart gezette voorlopige tracé. Daarbij is uiteraard wel gekeken of de nieuwe locatie voldoende bijdraagt aan de ecologische verbinding.
Er is een voorwaardelijke bepaling aan het compensatieplan en de inrichting van de NNB gekoppeld. Daarbij is het gebruik van gronden, binnen deelgebied 1, ten behoeve van de bestemming 'Maatschappelijk', uitsluitend toegestaan indien binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan de natuurcompensatie ter plaatse van de aanduiding “overige zone vanwege natuurcompensatie te realiseren natuur” is gerealiseerd en duurzaam in stand wordt gehouden. Hiermee wordt onder meer de uitvoerbaarheid van de beoogde ontwikkelingen en de vereisten als bedoeld in de Interim omgevingsverordening geborgd. Zowel de ingreep als de compensatie van het NNB zijn geregeld in het bestemmingsplan St Elisabethziekenhuis e.o. 2009 1e herz (Zorgcampus). Hiermee is de duurzame instandhouding van de natuurcompensatie voldoende geborgd.
Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de werkingsgebieden Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone (NNB-EVZ) en Attentiezone waterhuishouding. NNB-EVZ is gericht op het veiligstellen van ruimte voor een ecologische verbindingszone en de attentiezone op het beschermen van de natte natuurwaarden. Ter plaatse van een gedeelte van de huidige planologische mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan en de nieuwe (bouw)mogelijkheden die mogelijk worden gemaakt in het herziene bestemmingsplan treedt strijd op met de werkingsgebieden.
In de toelichting bij het bestemmingsplan, de bijlage 'Nee tenzij-toets', overige bijbehorende stukken en ook gelet op de Ontwikkelleiddraad zorgcampus wordt afdoende gemotiveerd dat de werkingsgebieden aangepast kunnen worden zonder dat dit ten koste gaat van natte natuurwaarden en de te realiseren NNB-EVZ. Ter plaatse van de natuurbestemming wordt gedeeltelijk NNB-EVZ toegevoegd.
Er zijn 3 reacties ingediend die betrekking hebben op het voorgenomen verzoek tot aanpassing van het NNB in de Interim omgevingsverordening. Het gedeelte dat betrekking heeft op de herbegrenzing is hieronder kort samengevat, met daarbij de beantwoording zoals opgesteld door de gemeente. Voor de uitgebreide beantwoording van de zienswijzen verwijzen we naar de in de bijlagen openomen concept behandeling zienswijzen St. Elisabeth Ziekenhuis e.o. 2009, 1e herz (Zorgcampus).
Samenvatting zienswijzen
Ad 1.
In het voornemen tot verzoek om herbegrenzing wordt aangegeven dat '(reserveringsgebied) waterberging' en 'behoud en herstel watersystemen” verwijderd worden. Het niet verankeren en zelfs verwijderen van de aanduidingen, betekent dat het waterschap geen verantwoordelijk meer kan dragen voor de bescherming van het plangebied en stedelijk gebied tegen hoogwater vanuit de Nieuwe Leij.
Antwoord:
Naar aanleiding van de zienswijze is een concept nota van zienswijze naar het waterschap gestuurd. In nader overleg met het waterschap is het plan aangepast. Daarin zijn de aanduidingen uit de IOV behouden. Wij hebben in onze zienswijze het standpunt van het waterschap onderschreven. Er is geen sprake meer van herbegrenzing van “reservering waterberging” en “behoud en herstel watersystemen”.
Ad 2.
Het plan ziet op gronden van het Natuur Netwerk Brabant (NNB). De met het plan mogelijk gemaakte ontwikkeling tast het NNB aan. Dit kan alleen als wordt voldaan aan de randvoorwaarden die daarvoor zijn opgenomen in de Omgevingsverordening. Daarbij wordt niet, althans onvoldoende, duidelijk gemaakt hoe ervoor wordt gezorgd dat en hoe de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt. Uit de toelichting, de Beleidsregels noch de planregels volgt dat de uitvoering van de compensatie is geborgd. Uit het plan kan niet worden opgemaakt op welke termijn de compensatie wordt uitgevoerd, wat de inhoud en realisatie is van de voorgenomen mitigerende en compenserende maatregelen en hoe het reguliere- en ontwikkelingsbeheer wordt vormgegeven. Het plan omvat daartoe ook geen enkele waarborg.
Antwoord:
In het bestemmingsplan is onderbouwd dat de aantasting noodzakelijk is en er geen alternatieven zijn. De compensatieverplichting is berekend. De compensatie vindt plaats op een strook grond ten westen van de Hilvarenbeekseweg die bestemd wordt tot natuur. Ook is er een overeenkomst gesloten dat de gemeente de compensatieverplichting binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan zal uitvoeren en de gronden als natuur zal beheren. Als extra waarborg wordt er een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan opgenomen worden. Daarmee is de zienswijze gegrond en wordt het bestemmingsplan aangepast.
Ad 3.
De verplaatsing van het ETZ brengt aantasting van bestaande natuur met zich mee, specifiek het Leijpark. Een deel van het Leijpark wordt opgeofferd voor de bestemming Maatschappelijk. Echter, de compensatie (1,2 ha) vindt niet plaats in het Leijpark maar ten westen van het plangebied, aan de andere zijde van de Hilvarenbeekseweg. Het historische Leijpark wordt fysiek kleiner gemaakt, zonder dit te compenseren in of aan het Leijpark. Reclamanten verzoeken dan ook de natuurcompensatie te laten plaatsvinden in of in de directe nabijheid van het Leijpark zodat het Leijpark gecompenseerd wordt.
De gebiedsaanduiding 'overige zone – vanwege natuurcompensatie te realiseren natuur' is niet opgenomen in de planregels (betreffende gebiedsaanduiding ontbreekt in de regels) en is derhalve niet rechtsgeldig als aanduiding in het bestemmingsplan
Antwoord:
Er vindt geen aantasting van het Leijpark plaats. De aantasting van de natuur betreft het mogelijk bouwen in de ecologische verbindingszone (onderdeel van het NatuurNetwekBrabant). De compensatie van de aantasting van het NNB vindt plaats in het gebied gelegen ten westen van de Hilvarenbeekseweg aansluitend aan de ecologische verbindingszone. Deze zienswijzen heeft ertoe geleid dat de gemeente Tilburg kritisch naar de huidige bestemming van het historische graslandje heeft gekeken. Dit perceel verkeert nog in zijn oorspronkelijke staat en is afgesloten van de rest van het park waardoor er geen/ nauwelijks verstoring plaatsvindt. Daardoor is het een zeer waardevol gebiedje. Ter tegemoetkoming heeft de gemeente de huidige bestemming Groen met de dubbelbestemming 'Waarde Natuur” verandert in de bestemming “Natuur”. Om dit graslandje optimaal te beschermen.
Overwegingen
Wij constateren dat in deze nota van zienswijzen de tegen het bestemmingsplan ingebrachte zienswijzen, die betrekking hebben op de herbegrenzing NNB uitvoerig en zorgvuldig zijn beantwoord en dat deze geleid hebben tot wijzigingen waar wij mee instemmen.
Verder constateren wij dat het bestemmingsplan voorziet in de noodzakelijke natuurcompensatie. In het bestemmingsplan en bijlagen wordt duidelijk aangegeven welke natuurwaarden verloren gaan als gevolg van de herontwikkeling van het St. Elisabeth tweesteden ziekenhuis en op welke wijze deze worden gecompenseerd.
Samengevat komen wij tot de conclusie dat de ingebrachte zienswijzen geen reden zijn om het verzoek om herbegrenzing af te wijzen.
De Interim omgevingsverordening Noord-Brabant bestaat uit kaartmateriaal en regels die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden in een digitaal plan. Dit digitale plan kan in een kaartviewer in een internetbrowser bekeken en geraadpleegd worden. Een klik op de kaart maakt duidelijk welke werkingsgebieden en gebiedsaanduidingen met bijbehorende regels op die locatie gelden. Dit samenspel tussen kaarten en regels bepaalt welke normen een gemeente voor een bepaalde locatie moet hanteren bij het maken van een bestemmingsplan of bij het verlenen van een omgevingsvergunning die afwijkt van het geldende bestemmingsplan.
De kaarten maken dus deel uit van die normen en een wijziging van de kaarten betekent dat voor die locatie een andere norm gaat gelden. Bijvoorbeeld in plaats van de regels voor het gemengd landelijk gebied worden regels voor stedelijk gebied van toepassing.
Het is niet mogelijk in beroep te gaan tegen "algemeen verbindende voorschriften". Het gaat dan om wetten- en andere officiële regels, waaronder ook de provinciale Interim omgevingsverordening valt. Ook tegen deze wijziging van de Interim omgevingsverordening is daarom geen beroep mogelijk.
Omdat de gemeente bij het vaststellen van een bestemmingsplan de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant in acht moet nemen, zou het zonder aanpassingen van de kaart van de IOV niet mogelijk zijn om het bestemmingsplan St Elisabethziekenhuis e.o. 2009 1e herz (Zorgcampus) vast te stellen. Het plan zoals het er nu ligt is immers in strijd met de regels voor het NNB en overige werkingsgebieden zoals genoemd in paragraaf 1.2. Vaststelling is dus alleen mogelijk wanneer de kaart van de IOV zodanig is aangepast, dat het plan er niet langer mee in strijd is.
Om aanvaardbare en wenselijke wijzigingen in de grenzen van een werkingsgebied mogelijk te maken, bevat de omgevingsverordening in artikel 5.3 een regeling waarbij wij grenzen kunnen wijzigen.
In artikel 6.2 is een procedure opgenomen die de gemeente moet volgen wanneer zij ten behoeve van een concrete ontwikkeling grenzen in de IOV willen laten wijzigen. Deze strekt ertoe, dat wij kennis kunnen nemen van reacties over de nieuwe grenzen, voordat wij hierover een besluit nemen. Omwille van overzichtelijkheid en ter voorkoming van vertraging in de gemeentelijke besluitvorming is bepaald dat tegelijkertijd met de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan gelegenheid wordt geboden om te reageren op de grenswijziging.
Indien het Natuur Netwerk Brabant aangepast moet worden ten behoeve van een plan, dient de aantasting van de natuur te worden gecompenseerd. Dit kan op de volgende manieren, een combinatie is ook mogelijk:
De voorschriften voor natuurcompensatie zijn te vinden in bijlage 1 "Relevante artikelen Interim omgevingsverordening".
De Interim omgevingsverordening is digitaal. Dit betekent dat alle regels gekoppeld zijn aan een op een digitale kaart weergegeven werkingsgebied. Door op een willekeurige punt in de kaart te klikken, kan iemand zien welke regels op die plek gelden.
In de IOV zijn het Stedelijk gebied, het Natuur Netwerk Brabant en het Landelijk gebied (bestaand uit groenblauwe mantel en het gemengd landelijk gebied) gebiedsdekkend opgenomen. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende gebied. Er kan niet volstaan worden met het verwijderen van het NNB, dit zou namelijk een 'witte vlek' in de kaart opleveren - er moet op die plek ook een nieuwe legendaeenheid aan worden toegekend.
De hoofdregels voor toekenning van het vlak waar het NNB is verwijderd zijn als volgt:
Andersom brengt de herbegrenzing ook met zich mee, dat op de locatie waar NNB wordt toegevoegd, één van de andere werkingsgebieden (Landelijk gebied met Gemengd landelijk gebied of Groenblauwe mantel, Stedelijk gebied) vervalt.
In deze 'afgeleide' wijzigingen wordt bij deze wijzigingsverordening ook voorzien.
Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Interim omgevingsverordening een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB.
Wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB leiden daardoor vaak tot aanpassing van de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding'. Deze vallen echter niet altijd 1-op-1 samen met de wijziging van het NNB. Tot op welke afstand activiteiten mogelijk invloed kunnen hebben op een natuurgebied hangt namelijk af van lokale omstandigheden.
Daar waar geen 'Attentiezone waterhuishouding' geldt, ligt het werkingsgebied 'Geen Attentiezone waterhuishouding'. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een toevoeging van het ene werkingsgebied leidt tot verwijdering van het andere werkingsgebied en andersom.
Waar de herbegrenzing van het NNB daar aanleiding toe geeft zijn er ook verwijderingen en toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Geen Attentiezone waterhuishouding' opgenomen.
In de IOV zijn ook normen voor wateroverlast opgenomen waar het Waterschap rekening mee moet houden bij het waterbeheer. Deze hangen samen met het grondgebruik. Voor het bebouwd gebied van dorpen en steden zijn de normen strenger dan voor het gebied daarbuiten. Natuurgebieden en gebieden die in de IOV zijn aangewezen voor reservering waterberging en regionale waterberging zijn normvrij.
Dit betekent dat een wijziging van het NNB vaak ook een wijziging in de gebieden met normen voor wateroverlast met zich meebrengt. Waar het NNB vervalt en er in het aangrenzende gebied een strengere norm geldt, zullen de betrokken gronden uit het normvrij gebied gehaald worden en toegevoegd worden aan de strengere norm. Andersom geldt ook, dat gronden met een strengere norm die aan het NNB worden toegevoegd, onder het normvrij gebied komen te vallen.
Ook in deze 'afgeleide' wijzigingen wordt bij deze wijzigingsverordening voorzien.
Ter plaatse van de verwijdering van het NNB wordt Stedelijk gebied toegevoegd. De regels die in de IOV gelden ter plaatse van het Stedelijk gebied zijn strenger dan de regels die gelden ter plaatse van het werkingsgebied Beperkingen veehouderij. Vandaar dat dit werkingsgebied wordt verwijderd.
De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal werkingsgebieden in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant te worden geraadpleegd.
Artikel 5.3 Wijziging grenzen van werkingsgebieden
lid 1
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in deze verordening opgenomen grenzen van een werkingsgebied te wijzigen als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet:
a.de wijziging is nodig voor een doelmatige uitvoering;
b.de wijziging draagt bij aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen;
c.de wijziging past binnen de uitgangspunten en basisprincipes van deze verordening;
d.er is sprake van kennelijke onjuistheden in de begrenzing;
e.de begrenzing van een gebied is niet langer in overeenstemming met een bestemmingsplan dat overeenkomstig artikel 3.8, derde lid, Wet ruimtelijke ordening is vastgesteld.
lid 2
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van het Natuur Netwerk Brabant dat:
a.een wijziging van de grens van Natura2000 niet is toegestaan;
b.de wijziging tot doel heeft de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren;
c.de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant worden behouden of versterkt.
lid 3
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Attentiezone waterhuishouding dat de beoogde ontwikkeling waarvoor de wijziging nodig is, geen nadelig effect heeft op de waterhuishouding ter plaatse.
lid 4
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Verstedelijking afweegbaar dat:
a.dit past binnen de regionale afspraken als bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;
b.dit nodig is vanwege een stedelijke ontwikkeling die tot een duidelijke verbetering van de stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteit leidt;
c.de gewenste uitbreidingsrichting aanvaardbaar is of de behoefte aan de uitbreidingsrichting is vervallen.
lid 5
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Beperkingen veehouderij dat:
a.het een ondergeschikte wijziging van het gebied betreft;
b. is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat mede gelet op aspecten vanuit milieu en volksgezondheid;
c.er geen aantasting van in de nabijheid gelegen ecologische waarden plaatsvindt.
Artikel 3.19 Wijziging van de begrenzing met toepassing van het Nee-tenzij principe
lid 1
Een bestemmingsplan dat toepassing geeft aan het nee, tenzij-principe, bevat een onderbouwing dat:
a.er sprake is van een groot openbaar belang;
b.er voor de ontwikkeling geen alternatieve locaties voorhanden zijn buiten het Natuur Netwerk Brabant;
c.er geen andere oplossingen voorhanden zijn die de aantasting van het Natuur Netwerk Brabant voorkomen;
d.de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt;
e.er bij het verlies van ecologische waarden en kenmerken wordt voldaan aan artikel 3.22 Compensatie;
f.op welke wijze de uitvoering en monitoring zijn verzekerd.
lid 2
Voor het onderzoek naar alternatieve locaties geldt dat:
a.gezocht wordt naar alternatieve locaties binnen de gemeente en in omliggende gemeenten;
b.een alternatieve locatie overwegend dezelfde functie kan vervullen;
c.tijdverlies en meerkosten zijn op zichzelf geen reden om een alternatief af te wijzen.
lid 3
Voor een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid doen burgemeester en wethouders een verzoek als bedoeld in artikel 6.2 Procedure grenswijziging werkingsgebied op verzoek.
Artikel 3.20 Wijziging van de begrenzing met toepassing van de saldobenadering
lid 1
Bij de saldobenadering is er sprake van een combinatie van onderling samenhangende plannen, projecten of handelingen waarvan één of enkele afzonderlijk een negatief effect hebben op het Natuur Netwerk Brabant, maar waarvan de gecombineerde uitvoering leidt tot een verbetering van de kwaliteit of kwantiteit van het Natuur Netwerk Brabant als geheel.
lid 2
Een bestemmingsplan dat toepassing geeft aan de saldo-benadering, bevat een visie die de ontwikkelingen binnen het betrokken gebied in samenhang beziet en die tot doel heeft een grotere kwaliteitswinst voor meerdere functies, waaronder de natuur, te bereiken.
lid 3
De visie beschrijft in ieder geval:
a.de omvang van het gebied;
b.de doelen voor de verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van het Natuur Netwerk Brabant waardoor een beter functioneren van het Natuur Netwerk Brabant ontstaat;
c.er bij verlies van ecologische waarden en kenmerken wordt voldaan aan artikel 3.22 Compensatie;
d.op welke wijze de uitvoering en monitoring zijn verzekerd.
lid 4
Voor een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid doen burgemeester en wethouders een verzoek als bedoeld in artikel 6.2 Procedure grenswijziging werkingsgebied op verzoek.
Artikel 3.21 Wijziging van de begrenzing bij kleinschalige herbegrenzing
lid 1
Een bestemmingsplan kan een ontwikkeling binnen Natuur Netwerk Brabant mogelijk maken in het geval dat:
a.de aantasting van areaal Natuur Netwerk Brabant kleinschalig is;
b.de ontwikkeling slechts leidt tot een beperkte aantasting van de ecologische waarden en kenmerken van het Natuur Netwerk Brabant;
c.de ontwikkeling leidt tot een kwalitatieve of kwantitatieve versterking van de ecologische waarden en kenmerken van het Natuur Netwerk Brabant als geheel;
d.er een afweging van alternatieven heeft plaatsgevonden;
e.er sprake is van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing;
f.er bij verlies van ecologische waarden en kenmerken wordt voldaan aan artikel 3.22 Compensatie;
g.op welke wijze de uitvoering en monitoring zijn verzekerd.
lid 2
Voor een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid doen burgemeester en wethouders een verzoek als bedoeld in artikel 6.2 Procedure grenswijziging werkingsgebied op verzoek.
Artikel 3.22 Compensatie
lid 1
De verplichte compensatie vindt, naar keuze, plaats door:
1.fysieke compensatie, overeenkomstig artikel 3.23;
2.financiële compensatie, overeenkomstig artikel 3.24.
lid 2
De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het vernietigde of verstoorde areaal en de ontwikkeltijd van de aangetaste natuur, conform de volgende indeling:
a.natuur met een ontwikkeltijd van 5 jaar of minder: geen toeslag;
b.tussen 5 en 25 jaar te ontwikkelen natuur: toeslag van 1/3 in oppervlak;
c.tussen 25 en 100 jaar te ontwikkelen natuur: toeslag van 2/3 in oppervlak;
d.bij een ontwikkelingsduur van meer dan 100 jaar: de toeslag in oppervlak en de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer is maatwerk;
e.bij verstoring van natuur: maatwerk.
Artikel 3.23 Fysieke compensatie
lid 1
De fysieke compensatie vindt plaats in:
a.de niet gerealiseerde delen van het Natuur Netwerk Brabant;
b.de niet gerealiseerde ecologische verbindingszones.
lid 2
Fysieke compensatie kan ook plaatsvinden in, aansluitend op of nabij het aangetaste gebied als dit deel uitmaakt van de saldobenadering bedoeld in artikel 3.20 Toepassing van de saldobenadering.
lid 3
Een bestemmingsplan waarvoor een compensatieplicht geldt, borgt de uitvoering van de compensatie.
lid 4
De toelichting bij een bestemmingsplan als bedoeld in het derde lid bevat een verantwoording over:
a.de omvang van het netto verlies aan ecologische waarden en kenmerken en op welke locatie dat optreedt;
b.de locatie waar en de wijze waarop het netto verlies, genoemd onder a, wordt gecompenseerd;
c.de kwaliteit en kwantiteit van de compensatie;
d.de termijn van uitvoering;
e.de inhoud en realisatie van de voorgenomen mitigerende en compenserende maatregelen;
f.het reguliere- en ontwikkelingsbeheer.
lid 5
De uitvoering van de fysieke compensatie wordt binnen drie jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, bedoeld in het derde lid afgerond.
lid 6
In aanvulling op het vijfde lid, wordt bij een aantasting van bedreigde soorten of hun leefgebied, de uitvoering van de compensatie in ieder geval afgerond op het moment dat de aantasting daadwerkelijk start.
lid 7
In afwijking van het vijfde lid kan bij een omvangrijke en zware compensatieverplichting, de uitvoering van de compensatie een termijn van maximaal tien jaar bedragen, gerekend vanaf het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
Artikel 3.24 Financiële compensatie
lid 1
De financiële compensatie wordt bepaald op grond van de omvang van de compensatieverplichting overeenkomstig artikel 3.22, tweede lid, en omvat de volgende kostenelementen:
a.kosten voor de planontwikkeling en planuitvoering;
b.kosten van de aanschaf van vervangende grond;
c. kosten van de basisinrichting;
d.kosten van ontwikkelingsbeheer gedurende de ontwikkelingstijd.
lid 2
De financiële compensatie wordt uiterlijk zes weken na de vaststelling van het bestemmingsplan gestort in de provinciale compensatievoorziening ter uitvoering van de geformuleerde compensatietaakstelling.
Artikel 6.2 Procedure grenswijziging werkingsgebied op verzoek
lid 1
In het geval dat burgemeester en wethouders het voornemen hebben om een verzoek tot wijziging van de grens van een werkingsgebied te doen ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling, maakt dit voornemen deel uit van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van een bestemmingsplan.
lid 2
Het ontwerp besluit bevat de volgende gebiedsaanduidingen:
a.gebiedsaanduiding: overig – in Interim omgevingsverordening toe te voegen [naam gebiedscategorie];
b.gebiedsaanduiding: overig – in Interim omgevingsverordening te verwijderen[naam gebiedscategorie];
c.gebiedsaanduiding - vanwege natuurcompensatie te realiseren natuur, beheertype [landelijke code], indien van toepassing.
lid 3
Een verzoek wordt na afloop van de terinzagelegging bedoeld in artikel 3:11 Algemene wet bestuursrecht, bij Gedeputeerde Staten ingediend en gaat vergezeld van een beschrijving waaruit blijkt dat is voldaan aan de in deze verordening gestelde voorwaarden waaronder wijziging van de begrenzing mogelijk is en, in voorkomende gevallen, van naar voren gebrachte zienswijzen.
lid 4
Gedeputeerde Staten beslissen binnen vier weken na ontvangst van een verzoek als bedoeld eerste lid.
lid 5
Een bestemmingsplan ten behoeve waarvan de gemeente een verzoek om wijziging van de begrenzing heeft gedaan, wordt vastgesteld nadat Gedeputeerde Staten hebben besloten tot wijziging van de begrenzing.
Artikel 3.25 Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone
lid 1
Een bestemmingsplan van toepassing op Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone strekt tot verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone met een breedte van:
a.en minste 50 meter in Stedelijk gebied en in gebied Verstedelijking afweegbaar;
b.ten minste 25 meter in alle overige gebieden.
lid 2
Een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid stelt regels, om te voorkomen dat het gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone, die in ieder geval:
a. het oprichten van bebouwing beperken;
b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten beperken.
lid 3
Na realisatie van de ecologische verbindingszone is artikel 3.15 Bescherming Natuur Netwerk Brabant van overeenkomstige toepassing.